Mazda 6: Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag
De voorpassagiersairbag niet onnodig deactiveren: Onnodig uitschakelen van de voorpassagiersairbag is gevaarlijk. Als de airbag onnodig wordt uitgeschakeld, zal de voorpassagier niet de extra beveiliging van de airbag kunnen ontvangen. Dit kan ernstig letsel met mogelijk dodelijke afloop veroorzaken.
Behalve bij het installeren van een kinderzitje op de voorpassagierszitting, de deactiveringsschakelaar van de airbag niet in de stand OFF zetten.
De deactiveringsschakelaar voor de voorpassagiersairbag dient gebruikt te worden wanneer een kinderzitje op de voorpassagierszitting wordt geïnstalleerd om de voor- en zij-airbags en ook het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner van de voorpassagierszitting buiten werking stellen.
Wanneer het contact op ON wordt gezet, gaan beide indicatielampjes van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag branden, ongeacht de stand van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag. Het indicatielampje gaat na een bepaalde periode uit en gaat vervolgens aan/uit afhankelijk van de condities zoals aangegeven in onderstaande tabel.
Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag | Werkingstoestand van voorpassagiersairbag/zij-airbag, veiligheidsgordelvoorspanner van voorpassagierszitting | Indicatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag |
Deactiveren | ||
Gereed |
Deze worden na een korte periode van tijd uitgeschakeld. |
- Het indicatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag gaat niet gedurende een bepaalde periode branden wanneer het contact op ON gezet wordt.
- Het indicatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag gaat niet na een korte periode van tijd uit wanneer het contact op ON gezet wordt (deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag staat in de stand ON).
Schakelaarstanden
Controleer alvorens te gaan rijden altijd met de hulpsleutel of de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag in de juiste stand staat al naargelang uw vereisten.
Laat de sleutel niet in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag zitten: Onbedoeld uitschakelen van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag is gevaarlijk. Bij een ongeluk zal de voorpassagier niet goed beveiligd zijn. Dit kan ernstig letsel met mogelijk dodelijke afloop veroorzaken. Gebruik om onbedoeld uitschakelen te voorkomen voor het bedienen van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag altijd de hulpsleutel die bewaard wordt in de zenderbehuizing die op dat moment gebruikt wordt. Plaats na het deactiveren van de airbag de hulpsleutel terug in de zenderbehuizing. Op deze manier blijft de sleutel niet in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag zitten.
UIT
De voorpassagiersvoorairbag, zij-airbag en veiligheidsgordelvoorspanner van voorpassagierszitting zijn buiten werking.
Overschakelen naar de OFF positie
1. Steek de sleutel in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag en draai de sleutel rechtsom totdat de sleutel naar OFF wijst.
2. Verwijder de sleutel.
3. Kijk of het airbag-uitgeschakeld indicatielampje blijft branden wanneer het contact op ON staat.
De voor- en zij-airbags van de voorpassagierszitting en ook het voorspannersysteem van de veiligheidsgordels blijven uitgeschakeld totdat de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag naar de stand ON gedraaid wordt.
AAN
De voorpassagiersvoorairbag, zij-airbag en veiligheidsgordelvoorspanner van voorpassagierszitting zijn in werking. Activeer het systeem enkel wanneer op de voorpassagierszitting geen kinderzitje is geïnstalleerd.
Overschakelen naar de ON positie
1. Steek de sleutel in de deactiveringsschakelaar voor de voorpassagiersairbag en draai de sleutel linksom totdat de sleutel naar ON wijst.
2. Verwijder de sleutel.
3. Kijk of het airbag-uitgeschakeld indicatielampje blijft branden wanneer het contact op ON staat. Het airbag-uitgeschakeld indicatielampje gaat na een korte periode van tijd uit.
Voorzorgsmaatregelen betreffende het aanvullende
beveiligingssysteem (SRS)
De aanvullende beveiligingssystemen (SRS) van de voor- en zijkant omvatten verschillende typen airbags. Ga na met welke verschillende soorten airbags uw auto is uitgerust door de plaatsen met de ...
Onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem
Gasgeneratoren en airbags van bestuurder/voorpassagier Impactsensoren en diagnosemodule (SAS eenheid) Voorspanners van veiligheidsgordels Voorste airbagsensors Zij-impactsensors Waar ...
Zie ook:
Skoda Octavia. Kogeldruk bij gemonteerde accessoires
Bij gebruik van accessoires (bv. een fietsendrager) moet de maximale lengte
hiervan evenals het maximaal toegestaan gewicht incl. belasting in acht worden
genomen.
De maximale lengte van de gemon ...
Mercedes-Benz C-Klasse. Informatie bij het rijden
Als de auto zwaar beladen is, voor aanvang van de rit de
bandenspanning controleren en corrigeren.
Tijdens het rijden letten op trillingen, geluiden en ongewoon
rijgedrag, bijvoorbeeld ...