Mercedes-Benz C-Klasse: Werking - Activeren van gordelspanners en airbags - Veiligheid voor inzittenden - Veiligheid - Mercedes-Benz C-Klasse - InstructieboekjeMercedes-Benz C-Klasse: Werking

Bij een ongeval analyseert de regeleenheid van het veiligheidssysteem tijdens de eerste fase van het ongeval belangrijke natuurkundige gegevens van de vertraging of versnelling van de auto, zoals:

Op basis van deze analyse activeert de regeleenheid van het veiligheidssysteem de gordelspanners bij een frontale aanrijding of een aanrijding van achteren.

Een gordelspanner kan alleen worden geactiveerd, als:

De gordelspanners achterin worden onafhankelijk van de vergrendelingstoestand van de veiligheidsgordels geactiveerd.

Als de regeleenheid van het veiligheidssysteem een zwaar ongeval registreert, worden bij een frontale aanrijding in bepaalde situaties extra onderdelen van het veiligheidssysteem onafhankelijk van elkaar geactiveerd:

Bij auto's met automatische passagiersairbaguitschakeling: Afhankelijk van de persoon op de passagiersstoel is de passagiersairbag uit- of ingeschakeld. Alleen als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd is, kan de passagiersairbag bij een ongeval worden geactiveerd. De informatie met betrekking tot de controlelampjes PASSENGER AIR BAG in acht nemen .

Uw auto heeft tweetraps frontairbags. In de eerste activeringsfase wordt de frontairbag gevuld met drijfgas. Als vervolgens binnen enkele milliseconden de tweede activeringsfase plaatsvindt, wordt de frontairbag met de maximale hoeveelheid drijfgas gevuld.

Het bepalen van de activeringsdrempels voor de gordelspanner en de airbag gebeurt door het analyseren van de op verschillende plaatsen in de auto optredende vertragingen of versnellingen. Deze procedure heeft een anticiperend karakter. De activering moet tijdig, aan het begin van het ongeval, plaatsvinden.

De vertraging en versnelling van de auto en de krachtrichting worden hoofdzakelijk bepaald door:

Factoren die pas na de aanrijding of achteraf zichtbaar of meetbaar zijn, hebben geen invloed op de airbagactivering. Ze geven daarvoor ook geen indicatie.

De auto kan behoorlijk worden vervormd zonder dat een airbag wordt geactiveerd. Dit is het geval als alleen relatief gemakkelijk vervormbare delen worden geraakt en niet de noodzakelijke vertraging wordt gehaald. Omgekeerd kan een airbag worden geactiveerd, hoewel de auto slechts gering vervormd is. Dit is het geval als bijvoorbeeld zeer stijve delen, zoals langsdragers, geraakt zijn en de vertraging daardoor hoog genoeg is.

Wanneer de regeleenheid veiligheidssysteem een aanrijding van opzij registreert, worden de betreffende onderdelen van het veiligheidssysteem onafhankelijk van elkaar geactiveerd.

Informatie Niet alle airbags worden bij een ongeval geactiveerd. De verschillende airbagsystemen werken onafhankelijk van elkaar.

De werking van de airbagsystemen is afhankelijk van de bepaalde ernst van het ongeval, in het bijzonder de vertraging of versnelling van de auto en de verwachte aard van het ongeval:

Belangrijke veiligheidsaanwijzingen

WAARSCHUWING Na het activeren van een airbag zijn onderdelen van de airbag heet. Gevaar voor letsel! Onderdelen van de airbag niet aanraken. Een geactiveerde airbag direct ...

PRE-SAFE (preventieve inzittendenbescherming)

Inleiding De PRE-SAFE neemt in bepaalde gevaarlijke situaties preventieve maatregelen ter bescherming van de inzittenden.  Belangrijke veiligheidsaanwijzingen Aanwij ...

Zie ook:

Mazda 6. DSC OFF indicatielampje
Dit indicatielampje blijft gedurende enkele seconden branden wanneer het contact op ON gezet wordt. Dit lampje gaat ook branden wanneer op de DSC OFF schakelaar wordt gedrukt en het TCS/DSC ...

Mazda 6. Openen van de motorkap
1. Trek wanneer de auto geparkeerd is de ontgrendelknop omhoog om de motorkap te ontgrendelen. 2. Steek uw hand in de motorkapopening, schuif de slothefboom naar rechts en til de motorkap omh ...

Modellen: