Renault Megane: Gebruik
Verantwoordelijkheid van de bestuurder tijdens het
parkeren of stoppen van de auto Laat nooit, zelfs niet eventjes, een kind, een afhankelijke volwassene of een dier in de auto achter als u deze verlaat. Het kan zichzelf of anderen in gevaar brengen door bijvoorbeeld de motor te starten, door organen te bedienen zoals de ruitbediening, of de portieren te vergrendelen, enz.. Bovendien kan bij warm en/of zonnig weer de temperatuur in het interieur heel erg snel oplopen. LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL. |
Er zijn twee manieren voor het vergrendelen/ ontgrendelen van de auto:
- de RENAULT-kaart in "Handsfree"- modus;
- de RENAULT-kaart in afstandsbedieningsmodus.
Berg de RENAULT-card niet op op een plaats waar andere elektronische apparaten (computer, telefoon enz.) de werking ervan kunnen verstoren. |
Gebruik van de card in "handsfree"-modus
De "handsfree"-modus maakt de ontgrendeling/ vergrendeling mogelijk zonder de knoppen op de card te gebruiken, RENAULT wanneer de card zich in de toegangszone 1 bevindt.
Opmerking: u kunt de handsfree toegang uitschakelen via het multimediascherm (lees de betreffende gebruiksaanwijzing).
"Handsfree" ontgrendelen
Met de RENAULT-kaart
in zone 1 plaatst u uw hand achter een handgreep 2 om de auto te
ontgrendelen. Het ontgrendelen ziet u aan het één keer oplichten van de
knipperlichten en de zijknipperlichten.
Een eerste druk op de knop 3 ontgrendelt de volledige auto en ontsluit de bagageruimte.
Opmerking: het handsfree systeem kan tijdelijk problemen ondervinden als één van de sensoren die in de portierhandgreep zijn ingebouwd, is afgedekt (door vuil, modder, sneeuw, strooizout, enz.). Reinig de sensoren.
Als het probleem aanhoudt, moet u een merkdealer raadplegen.
"Handsfree" vergrendelen vanop afstand
Loop
met de RENAULT card bij u, als de portieren en de bagageruimte dicht zijn,
weg van de auto: deze vergrendelt automatisch zodra u uit de toegangszone
bent.
NB: de afstand waarop de auto vergrendeld wordt, hangt af van de omgeving.
U kunt zien dat de auto vergrendeld is, doordat de alarmknipperlichten en de richtingaanwijzers eenmaal knipperen en vervolgens gedurende ongeveer vier seconden branden; ook hoort u een geluidssignaal.
"Handsfree" vergrendelen met behulp van de sensor 4
Als u uw auto wilt vergrendelen en de card in de buurt moet blijven met
gesloten portieren en bagageruimte, raakt u de knop van de handgreep 4 van
het bestuurdersportier aan. De auto vergrendelt.
NB: de RENAULT-card moet zich in de toegangszone 1 van de auto bevinden om het vergrendelen met de knop mogelijk te maken.
Bijzonderheden met betrekking tot het vergrendelen
Wacht na het vergrendelen door aanraking van de knop 4 ongeveer drie seconden
om de auto te ontgrendelen. Tijdens deze 3 seconden kunt u nagaan of de
auto goed vergrendeld is door aan de handgrepen van de deuren te trekken.
Indien een portier geopend of slecht gesloten is:
- bij vergrendelen met de knop 4 wordt de auto snel vergrendeld/ontgrendeld zonder knipperen van de alarmknipperlichten;
- wanneer de bestuurder zich vervolgens van zijn auto verwijdert, is de auto niet vergrendeld.
Indien de card RENAULT zich in de detectiezone bevindt, wordt de vergrendeling op afstand na ongeveer 15 minuten uitgeschakeld.
De vergrendeling van het voertuig kan enkel gebeuren indien er zich een card in de zone bevindt 5.
Na het ontgrendelen met een druk op de knop op de card RENAULT en indien er geen portier wordt geopend, wordt de "handsfree"-vergrendeling op afstand uitgeschakeld.
Gebruik van de card met afstandsbediening
Ontgrendelen met behulp van de RENAULT card
Druk op de knop 6. Het ontgrendelen ziet u aan het één keer oplichten van de
knipperlichten en de zijknipperlichten.
Vergrendelen met behulp van de RENAULT card
Met de portieren en de bagageruimte gesloten, druk op de knop 7: de auto
wordt vergrendeld.
De knipperlichten en de alarmknipperlichten knipperen twee keer om aan te duiden dat de portieren vergrendeld zijn.
NB: de maximale afstand waarop de auto vergrendeld wordt, hangt af van de omgeving.
Bijzonderheden
De auto kan niet worden
vergrendeld als een portier (of de achterklep) open of niet goed gesloten
is, in dat geval vergrendelt/ ontgrendelt de auto snel en knipperen de
alarmknipperlichten niet.
Als de motor draait werken de knoppen van de card niet. |
Wanneer de card zich bij een gestarte motor en na het openen en sluiten van een deur niet langer binnen de zone 5 bevindt, waarschuwt de boodschap "Kaart niet gedetect." u dat de card zich niet langer in de auto bevindt. Dit helpt bijvoorbeeld voorkomen dat u wegrijdt nadat een passagier is uitgestapt met de card bij zich.
De waarschuwing verdwijnt zodra de card weer gedetecteerd is.
Vergrendelen/ontgrendelen van alleen de achterklep
Druk op de knop 8 om enkel de koffer te vergrendelen/ ontgrendelen.
Verantwoordelijkheid van de bestuurder tijdens het
parkeren of stoppen van de auto Laat nooit, zelfs niet eventjes, een kind, een afhankelijke volwassene of een dier in de auto achter als u deze verlaat. Ze kunnen zichzelf of anderen in gevaar brengen door bijvoorbeeld de motor te starten, organen te bedienen zoals bijvoorbeeld de ruitbediening, of de portieren te vergrendelen. Bovendien kan bij warm en/of zonnig weer de temperatuur in het interieur heel erg snel oplopen. LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN ERNSTIG LETSEL. |
Algemeen
Ontgrendelen van alle portieren. Vergrendelen van alle portieren. Vergrendelen/ontgrendelen van de bagageruimte. Op afstand inschakelen van de verlichting. Met de RENAULT card kunt u: ...
Extra portiervergrendeling
Gebruik nooit de extra portiervergrendeling als er nog iemand in de auto zit. Als de auto extra portiervergrendeling heeft, kunnen hiermee de portieren worden vergrendeld en nie ...
Zie ook:
Seat Leon. Noodontgrendeling/-vergrendeling
Inleiding
De portieren, de achterklep en het panoramakanteldak
kunnen manueel worden vergrendeld
en gedeeltelijk worden ontgrendeld, bijvoorbeeld
als de sleutel of de centrale vergrendeling
d ...
Mercedes-Benz C-Klasse. Naar achteren gericht
kinderzitjesbevestigingssysteem
Als door omstandigheden een kind in een naar
achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op
de passagiersstoel wordt beveiligd, moet te allen
tijde gewaarborgd zijn dat ...