Renault Megane: Parkeerhulp
Deze functie helpt u bij het parkeren.
Laat het stuur los, u hoeft enkel de pedalen en de versnellingshendel te bedienen.
U kunt op elk moment de controle opnieuw overnemen door aan het stuurwiel te draaien.
Inschakelen
Druk met stationaire motor of wanneer u trager rijdt dan ongeveer 30 km/u op de schakelaar 1. Het controlelampje van schakelaar 1 licht op en het scherm 2 verschijnt op het multimediascherm.
Bijzonderheden
Zorg ervoor dat de ultrasoondetectoren op de met pijlen aangegeven plaatsen 3 niet bedekt zijn (vuil, modder, sneeuw enz.).
Keuze van het manoeuvre
Het systeem kan vier soorten manoeuvres uitvoeren:
- de auto parallel parkeren;
- de auto achteruit inparkeren;
- de auto schuin inparkeren;
- de parallel geparkeerde auto weer uitrijden.
Selecteer via het multimediascherm het gewenste manoeuvre.
Opmerking: bij het starten van de auto of na een geslaagde fileparkeermanoeuvre met behulp van het systeem, stelt het systeem standaard het manoeuvre om uit te rijden voor. In andere gevallen kan het standaardmanoeuvre worden ingesteld via het multimediascherm.
Werking
Parkeren
Zolang de auto minder dan ongeveer 30
km/u rijdt, zoekt het systeem naar beschikbare parkeerplaatsen aan beide
zijden van de auto.
Wanneer een plaats is gevonden, verschijnt deze op het multimediascherm, aangeduid met een kleine letter "P". Rijd langzaam, met de richtingaanwijzers ingeschakeld aan de kant van de parkeerplaats, tot de boodschap "Stop" verschijnt, samen met een geluidssignaal.
De plaats wordt vervolgens op het multimediascherm aangeduid met een hoofdletter "P".
- Stop de auto;
- schakel de achteruitversnelling in.
Het controlelampje licht op het instrumentenpaneel op, samen met een geluidssignaal.
- laat het stuur los;
- Volg de instructies op het multimediascherm.
U mag niet sneller dan ongeveer 7 km/u rijden.
Het controlelampje op het instrumentenpaneel dooft en er weerklinkt een geluidssignaal zodra het manoeuvre is voltooid.
Een parallel geparkeerde auto uitrijden
- Selecteer de modus "uitrijden";
- schakel de richtingaanwijzer in van de richting waarin u de auto wilt uitrijden;
- druk lang op de schakelaar 1 (ongeveer 2 seconden).
Het controlelampje licht op het instrumentenpaneel op, samen met een geluidssignaal.
- laat het stuur los;
- voer de manoeuvres vooruit en achteruit uit, met behulp van de waarschuwingen van het parkeerhulpsysteem.
U mag niet sneller dan ongeveer 7 km/u rijden.
Zodra u in de juiste positie staat om uit te rijden, zal het systeem u waarschuwen wanneer het manoeuvre is beëindigd.
Het controlelampje op het instrumentenpaneel dooft en er weerklinkt een geluidssignaal zodra het manoeuvre is voltooid.
Het manoeuvre onderbreken
Het manoeuvre wordt onderbroken in de volgende gevallen:
- u neemt het stuur vast;
- een portier of de achterklep wordt geopend;
- de auto staat te lang stil;
- een obstakel op de route maakt het onmogelijk om het manoeuvre af te maken;
- de motor stopt.
Het controlelampje op het instrumentenpaneel dooft en een geluidssignaal weerklinkt wanneer het manoeuvre wordt onderbroken. Om het manoeuvre opnieuw te starten, drukt u lang op de schakelaar om het systeem in te schakelen.
In dat geval verschijnt de reden voor de onderbreking op het multimediascherm.
Zorg ervoor dat:
- u het stuur loslaat en;
- alle deuren en de achterklep gesloten zijn en;
- er zich geen obstakels op de route bevinden en;
- de motor gestart is.
Het manoeuvre annuleren
Het manoeuvre wordt geannuleerd in de volgende gevallen:
- als u op de schakelaar drukt om het systeem in te schakelen;
- als u sneller dan 7 km/u rijdt;
- als u meer dan 10 bewegingen vooruit/ achteruit hebt uitgevoerd in het kader van het manoeuvre;
- als de sensoren van de parkeerhulp vuil zijn of bedekt zijn;
- als de wielen van de auto zijn doorgeslipt.
Het controlelampje op het instrumentenpaneel dooft en er weerklinkt een geluidssignaal zodra het manoeuvre is voltooid.
Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden. Deze functie kan in geen geval de waakzaamheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder vervangen; deze moet altijd de controle over zijn auto behouden. Zorg ervoor dat bij het manoeuvre steeds de verkeersregels worden gevolgd die gelden op de gekozen weg.
|
Achteruitrijcamera
De 1 achteruitrijcamera bevindt zich op de achterklep. Bijzonderheid Zorg ervoor dat de 1 camera niet bedekt is (vuil, modder, sneeuw, condens, enz.). Deze functie ...
Automatische transmissie
Selecteurhendel 1 P: parkeren R: achteruitrijden N: neutraal D: automatische werking M: handbediend +: omhoog bijstellen –: omlaag bijstellen De ingeschakelde versnelling wordt weergeg ...
Zie ook:
Volvo V40. Driver Alert System
Driver Alert System is bestemd om u te helpen als de auto op een
ongecontroleerde manier wordt bestuurd of op het punt staat de
rijstrookmarkering te overschrijden.
Driver Alert System bestaat ui ...
Seat Leon. Achteruitkijkspiegel
Automatisch dimmende binnenspiegel
Uw wagen is uitgerust met een handmatig
dimbare of zelfdimmende* binnenspiegel.
Handmatig dimbare binnenspiegel
Nok aan de onderkant van de spiegel naar
a ...