Renault Megane: Ruitensproeier voor
Auto voorzien van ruitenwisser voor met interval
- een keer wissen
Door kort te drukken maakt de ruitenwisser één wisbeweging. - stoppen
- wissen met intervallen
De wissers vegen met tussenpozen van enkele secondes. De duur van het interval is te regelen door de ring 2 te verdraaien; - langzaam continu wissen
- snel continu wissen
Bijzonderheid
Tijdens het rijden gaat de
wisser langzamer werken als de auto stopt. Van snel continu wissen naar
langzaam continu wissen.
Zodra de auto weer gaat rijden, beginnen de wissers weer met de oorspronkelijk ingestelde snelheid te werken.
Als u de schakelaar 1 in een andere stand zet, schakelt u hiermee bovengenoemd automatisme uit.
De standen A, C en D zijn toegankelijk met contact aan. De stand E is uitsluitend toegankelijk bij draaiende motor. |
De werking van een ruitenwisserblad Hun levensduur hangt van u af:
Vervang ze in elk geval, zodra hun werking afneemt, ongeveer eens per jaar. Raadpleeg "Ruitenwisserbladen: vervangen" in hoofdstuk 5. Voorzorgen bij het gebruik van de wissers
|
Auto voorzien van ruitenwisser voor met regensensor
De regensensor bevindt zich op de voorruit, voor de binnenspiegel.
- een keer wissen
Door kort te drukken maakt de ruitenwisser één wisbeweging. - stoppen
- automatisch wissen
In deze stand signaleert het systeem water op de voorruit en schakelt het wissen in met een aangepaste wissnelheid.De inschakeldrempel van het wissen en de duur van het interval is te regelen door de ring 2 te verdraaien:
- F : minimumgevoeligheid
- G : maximumgevoeligheid
Hoe hoger de gevoeligheid, des te sneller reageren de ruitenwissers en wordt de frequentie van het wissen verhoogd.
Wanneer automatisch wissen is ingeschakeld of de gevoeligheid wordt verhoogd, wordt één wisbeweging uitgevoerd.
NB:
- de regensensor heeft enkel een ondersteunende functie. Bij beperkte zichtbaarheid moet de bestuurder zijn ruitenwisser handmatig inschakelen. Bij mist of sneeuwval werkt de ruitenwisser niet altijd automatisch en blijft deze onder uw controle.
- bij temperaturen onder nul wordt automatisch wissen niet ingeschakeld wanneer de auto wordt gestart. Deze functie wordt automatisch ingeschakeld wanneer de auto sneller rijdt dan een bepaalde snelheid (ongeveer 8 km/uur).
- schakel automatisch wissen niet in bij droog weer;
- ontdooi de voorruit volledig voordat u het automatisch wissen inschakelt.
Bij een storing
Bij een storing van het
automatisch wissen, schakelt de ruitenwisser over op wissen met
intervallen. Roep de hulp in van een merkdealer.
De werking van de regensensor kan worden verstoord bij:
- beschadigde ruitenwisserbladen; wanneer de ruitenwissers een watersluier of watersporen achterlaten op de detectiezone van de sensor, kan dit de reactiesnelheid van het automatisch wissen vergroten of de frequentie van het wissen verhogen;
- barsten of scheuren in de voorruit ter hoogte van de sensor, stof, vuil, insecten of rijm op de voorruit of het gebruik van reinigingswas of waterafstotende producten; het automatisch wissen is in dat geval minder gevoelig en reageert mogelijk zelfs niet.
- langzaam continu wissen
- snel continu wissen
De standen A en D zijn toegankelijk met contact aan. De standen C en E zijn uitsluitend toegankelijk bij draaiende motor. |
Bijzonderheid
Tijdens het rijden gaat de
wisser langzamer werken als de auto stopt. Van snel continu wissen naar
langzaam continu wissen. Zodra de auto weer gaat rijden, beginnen de
wissers weer met de oorspronkelijk ingestelde snelheid te werken.
Als u de schakelaar 1 in een andere stand zet, schakelt u hiermee bovengenoemd automatisme uit.
Voorzorgsmaatregelen
- Controleer bij vorst voordat u de ruitenwisser inschakelt of de ruitenwisserbladen niet zijn vastgevroren. Als u de ruitenwisser inschakelt terwijl de bladen zijn vastgevroren, kunt u zowel de bladen als de motor van de ruitenwisser beschadigen.
- Gebruik de ruitenwisser niet op een droge ruit, dit zorgt ervoor dat de bladen sneller verslijten of beschadigd raken.
Bijzondere stand van de ruitenwisser voor (onderhoudsstand)
In deze stand kunnen de bladen worden opgetild om ze van de voorruit te verwijderen.
Dit kan nuttig zijn:
- om de bladen te reinigen;
- om de bladen van de voorruit los te maken in winterse weersomstandigheden;
- om de bladen te vervangen (zie "Ruitenwisserbladen" in hoofdstuk 5).
Zet met contact aan en stilstaande motor de schakelaar voor de ruitenwissers helemaal naar beneden (stand snel continu wissen), de ruitenwisserbladen stoppen in een stand waarbij de motorkap vrij is.
Om de bladen terug te plaatsen, gaat u na of de bladen correct zijn neergeklapt op de voorruit en zet u de schakelaar met het contact aan vervolgens in de stand B (stop).
Voordat u het contact inschakelt, moet u de ruitenwisser neerklappen op de voorruit. Zo niet, bestaat het risico dat de motorkap of de ruitenwisser beschadigd raakt wanneer u de ruitenwisser inschakelt.
Opmerking: Om de bladen na vervanging correct terug te plaatsen, moeten de bladen op de voorruit rusten. Zet het contact aan en beweeg de schakelaar van de ruitenwisser.
Wanneer er zich obstakels op de voorruit bevinden (vuil,
sneeuw, ijs ...), maakt u de voorruit (inclusief de centrale zone
achter de binnenspiegel) schoon voordat u de ruitenwissers inschakelt
(risico op oververhitting van de motor).
Als een obstakel de beweging van een blad verhindert, kan dat blad stoppen met wissen. Verwijder het obstakel en schakel de ruitenwisser opnieuw in met de ruitenwisserschakelaar. |
Voordat u iets aan de voorruit doet (wassen van de auto,
ontdooien, reinigen van de voorruit enz.) moet u de schakelaar
1 in stand B (uit) zetten.
Risico van verwonding en/of beschadigingen. |
Ruitensproeier
Contact aan: trek de schakelaar 1 naar u toe en laat deze weer los.
Door een korte actie komt de ruitensproeier in werking en maakt de ruitenwisser één wisbeweging.
Door een lange actie komt de ruitensproeier in werking en maakt de ruitenwisser drie wisbewegingen, en na enkele secondes nog een vierde.
Opmerking: Bij temperaturen onder nul kan de ruitenwisservloeistof aanvriezen op de voorruit en het zicht verminderen. Verwarm de voorruit met behulp van de ontwasemingsschakelaar voordat u ze reinigt.
Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de
schakelaar van de ruitenwisser in stand B (uit) staat.
Verwondingsgevaar |
Koplampsproeiers
Koplampen branden
De koplampsproeiers, als de
auto hiermee is uitgerust en de motor draait, komen tegelijk met de
ruitensproeiers in werking als u de schakelaar 1 ongeveer 2 seconden naar u
toe getrokken houdt.
De koplampsproeiers worden eveneens ingeschakeld als u de schakelaar van de voorruitsproeier drie keer lang ingedrukt houdt.
Opmerking: om de goede werking van de koplampsproeier te waarborgen tijdens de winter, moet u de sneeuw van de afdekplaatjes van de sproeiers verwijderen en de afdekplaatjes van de sproeiers ontdooien met behulp van een ontdooispray.
Het is echter aanbevolen om op regelmatige tijdstippen hardnekkig vuil op het glas van de koplampen te verwijderen.
Als het minimumpeil van de ruitensproeiervloeistof nadert, kan het circuit van de koplampsproeier lucht aanzuigen.
Vul ruitensproeiervloeistof bij en schakel het systeem in, bij draaiende motor, om het weer te vullen.
Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap of de
schakelaar van de ruitenwisser in stand B (uit) staat.
Verwondingsgevaar |
Ruitenwissers
...
Sproeier achter
Achterruitwisser Draai met contact aan de ring 3 van de schakelaar 1 tot het merkteken 2 tegenover het symbool staat. stoppen; wissen met intervallen. Het wisserblad veegt met tussenpozen ...
Zie ook:
Seat Leon. Airbags
Voorairbags
Afb. 20 Bestuurdersairbag in het stuurwiel.
Afb. 21 Bijrijdersairbag in het dashboard.
De frontairbag van de bestuurder bevindt
zich in het stuurwiel afb. 20 en die van de
bijri ...
Skoda Octavia. Inleiding voor het onderwerp
De koelvloeistof koelt de motor en bestaat uit water en antivries (met
additieven die het koelsysteem tegen corrosie beschermen en kalkafzetting
voorkomen).
Het antivriesaandeel in de koelvloeist ...