Seat Leon: Bandenspanningscontrolesystemen
Inleiding
ATTENTIE Als u de wielen en banden verkeerd gebruikt, kan de bandenspanning plotseling afnemen, het loopvlak loslaten of de band zelfs exploderen.
|
Milieu-aanwijzing Als de bandenspanning te laag is, neemt het brandstofverbruik en slijtage van de banden toe. |
Let op
|
Lampje voor de bandenspanningscontrole
Als deze brandt
De bandenspanning van één of meer wielen is beduidend lager geworden in vergelijking met de door de bestuurder ingestelde bandenspanning of de band is beschadigd.
U hoort bovendien een akoestisch signaal, terwijl ook een tekstbericht op het instrumentenpaneel wordt weergegeven.
Zet de wagen onmiddellijk stil! Verlaag onmiddellijk uw snelheid! Breng de wagen tot stilstand zodra dit op een veilige wijze mogelijk is. Vermijd bruuske manoeuvres en bruusk remmen! Controleer alle banden en de bandenspanning ervan. Vervang de beschadigde banden.
Knippert:
Storing in het systeem
Het controlelampje knippert ca. 1 minuut en blijft vervolgens continu branden.
Indien de bandenspanning correct is, schakel dan het contact uit en weer in. Als het controlelampje opnieuw oplicht is, moet de bandenspanningscontrole opnieuw worden gekalibreerd. Laat het systeem door een gespecialiseerde werkplaats controleren.
Wanneer het contact enkele seconden wordt ingeschakeld, voeren sommige controle- en waarschuwingslampjes een functiecontrole uit. Na enkele seconden gaan de lampjes uit.
ATTENTIE Als de bandenspanning verschillend of te laag is, kan een van de banden kapot gaan en kunt u de controle over de wagen verliezen, wat kan leiden tot een ernstig of dodelijk ongeval.
|
ATTENTIE Veiligheidsaanwijzingen in Waarschuwings- en controlelampjes op in acht nemen. |
Let op
|
Bandenspanningscontrole
Afb. 253 Instrumentenpaneel: waarschuwing bandenspanningverlies.
De bandenspanningsindicator vergelijkt met de ABS-sensoren de omwentelingen en dus het loopoppervlak van iedere band. Als de afrolomtrek van een of meerdere banden verandert, geeft de bandenspanningsindicatie dit in het instrumentenpaneel aan met een controlelampje en een waarschuwing aan de bestuurder afb. 253. Zolang het een enkele band betreft, wordt de stand hiervan op de wagen aangegeven.
Spanningverlies: Contr. bandenspanning linksvoor!
Wijziging in bandomtrek
Het loopoppervlak van een band kan variëren:
- Als de bandenspanning handmatig wordt gewijzigd.
- Als de bandenspanning onvoldoende is.
- Als de bandenstructuur beschadigd is.
- Als de wagen onevenwichtig geladen is.
- Als de banden van een as meer last dragen (bijvoorbeeld bij rijden met extra belading).
- Als de wagen met sneeuwkettingen rijdt.
- Als het reservewiel gemonteerd is.
- Als het wiel van een as werd vervangen.
De bandenspanningscontrole kan onder bepaalde omstandigheden vertraagd reageren of niets aanduiden (bijvoorbeeld bij sportief rijden, besneeuwde wegen, onverharde wegen of bij rijden met sneeuwkettingen).
Bandenspanningsindicatie aanpassen
Afb. 254 Dashboardkastje: schakelaar voor het bandenspanningscontrolesysteem.
Nadat u de bandenspanning heeft gewijzigd of één of meerdere wielen heeft vervangen, moet de bandenspanningsindicatie worden aangepast. Doe dit bijvoorbeeld ook wanneer u de voor- en achterwielen omwisselt.
- Contact inschakelen.
- Sla de nieuwe bandenspanning op in het Easy Connect-systeem met de toets en de functietoets Setup of via de schakelaar in het dashboardkastje1) afb. 254.
- Bij wagens zonder radio: houd de toets ingedrukt, bij ingeschakeld contact, tot een akoestisch signaal klinkt.
Het systeem kalibreert zichzelf verder terwijl de wagen rijdt, op basis van de bandenspanning ingevoerd door de bestuurder en de gemonteerde banden. Na een lange rit op verschillende snelheden worden de gegevens verzameld en bekeken aan de hand van de geprogrammeerde gegevens.
Onder zware last op de wielen, bijv. bij flinke belading, moet voor kalibratie de bandenspanning worden verhoogd tot de geadviseerde waarde voor rijden met belading .
Let op
|
Wielen en banden
Algemene aanwijzingen Met nieuwe banden de eerste 500 kilometer bijzonder voorzichtig rijden Rijd uitsluitend langzaam en indien mogelijk in een rechte hoek stoepranden en vergelijkbare ...
Noodreservewiel
Algemeen Afb. 255 Noodreservewiel: opgeklapte laadvloer. Het noodreservewiel is bedoeld om gedurende slechts korte tijd te worden gebruikt. Ga zo snel mogelijk naar een officiële SEAT dealer ...
Zie ook:
Seat Leon. Noodreservewiel
Algemeen
Afb. 255 Noodreservewiel: opgeklapte laadvloer.
Het noodreservewiel is bedoeld om gedurende
slechts korte tijd te worden gebruikt. Ga
zo snel mogelijk naar een officiële SEAT dealer ...
Mercedes-Benz C-Klasse. Lichtbron aan achterzijde vervangen
Zijbekleding openen en sluiten
Voorbeeld zijbekleding rechts
Voordat de lampjes van de achterlichten kunnen worden
vervangen, moet de zijbekleding in de bagagerui ...