Seat Leon: Rijden met een aanhangwagen
Waar moet u op letten bij het rijden met een aanhangwagen?
De wagen kan ook gebruikt worden voor het trekken van een aanhangwagen als deze daarvoor technisch uitgerust is.
Voor het naderhand monteren van een trekhaak .
Stekerverbinding
Voor de elektrische verbinding tussen wagen en aanhangwagen is uw wagen voorzien van een 13-polig stopcontact.
Wanneer de aanhangwagen een 7-polige stekker heeft, moet u een bijbehorende adapterkabel gebruiken. Deze is bij iedere Technische Dienst verkrijgbaar.
Aanhangwagengewicht/kogeldruk
De toegestane aanhangwagengewicht mag niet overschreden worden. Als u de toelaatbare aanhangwagenlast niet volledig gebruikt, kunt u steilere hellingen oprijden.
De vermelde aanhangwagengewichten gelden alleen voor hoogten tot 1.000 m boven de zeespiegel. Aangezien bij toenemende hoogte door de afnemende luchtdichtheid het motorvermogen daalt en daardoor ook het klimvermogen vermindert, neemt ook het toelaatbare aanhangwagengewicht overeenkomstig af. Per 1.000 m hoogtetoename moet het toelaatbare gewicht van de combinatie met 10% worden verminderd. Het treingewicht is de som van het gewicht van de (beladen) wagen en dat van de (beladen) aanhangwagen. De toelaatbare kogeldruk op de kogelkop van de trekhaak zo veel mogelijk gebruiken, maar niet overschrijden.
De gegevens over het aanhangwagengewicht en de kogeldruk op het typeplaatje van de trekhaak zijn slechts testwaarden. De waarden van de wagen, die vaak lager zijn dan deze waarden, vindt u in de wagenpapieren of in , Technische kenmerken.
Verdeling van de lading
De lading in de aanhangwagen zo verdelen, dat zware voorwerpen zo dicht mogelijk bij de as liggen. Ervoor zorgen dat voorwerpen niet kunnen verschuiven.
Bandenspanning
De maximaal toelaatbare bandenspanning is aangegeven op de sticker aan de achterzijde van de portierstijl linksvoor. De bandenspanning van de aanhangwagen kiezen volgens de aanbevelingen van de aanhangwagenfabrikant.
Buitenspiegels
Als u het verkeer achter de aanhangwagen niet met de gewone buitenspiegels kunt overzien, moet u extra buitenspiegels laten plaatsen. Beide buitenspiegels moeten aan inklapbare uitstekende delen zijn bevestigd.
De buitenspiegels zo instellen, dat u goed zicht naar achteren hebt.
Sleepkabel
Gebruik altijd een kabel tussen de wagen en de aanhangwagen .
Achterlichten van de aanhangwagen
De achterlichten van de aanhangwagen moeten aan de overeenkomstige normen voldoen .
ATTENTIE Nooit personen in een aanhangwagen vervoeren - levensgevaarlijk! |
Let op
|
De aanhangwagen vasthaken en aansluiten
Afb. 243 Schematische weergave: toewijzing van de pinnen van het stopcontact van de aanhangwagen.
Legenda van de schematische weergave | |
Pin | Betekenis |
1 | Linker knipperlicht |
2 | Achterste mistlicht |
3 | Massa, pinnen 1, 2, 4 tot 8 |
4 | Rechter knipperlicht |
5 | Rechterachterlicht |
6 | Remlicht |
7 | Linkerachterlicht |
8 | Achteruitrijlicht |
9 | Continu plus |
10 | Kabel zonder positieve lading |
11 | Aarding, pin 10 |
12 | Zonder functie |
13 | Aarding, pin 9 |
Stopcontact voor aanhanger
Voor de elektrische verbinding tussen de wagen en de aanhangwagen beschikt de wagen over een 13-polig stopcontact. Indien het systeem vaststelt dat een aanhangwagen elektrisch is aangesloten, ontvangen de verbruikers van de aanhangwagen spanning via de elektrische aansluiting.
Pin 9 is continu plus. De binnenverlichting van de aanhangwagen kan er bijvoorbeeld mee worden gevoed. Pin 10 ontvangt enkel spanning wanneer de motor draait. Met de laadkabel (pin 10) wordt opgeladen, bijv. de accu van een caravan.
Pin 9 en pin 10 mogen niet met elkaar verbonden worden, om ontladen of beschadiging van de accu van de wagen te vermijden.
De massakabels, pin 3, pin 11 en pin 13 mogen nooit met elkaar verbonden worden om het elektrisch systeem niet te overbelasten.
Wanneer de aanhangwagen een 7-polige steker heeft, moet u een bijbehorende adapterkabel gebruiken. In dat geval is de functie van pin 10 niet beschikbaar.
Maximaal elektrisch verbruik van de aanhangwagen
Remlicht (totaal) | 84 watt |
Knipperlichten, elke zijde | 42 watt |
Remlicht (totaal) | 100 watt |
Achterlichten (totaal) | 42 watt |
Achterste mistlicht | 42 watt |
Overschrijd de aangeduide waarden nooit! |
Let op
|
Kogelkop van de trekhaak*
Een gebruiksaanwijzing voor het goed in- en uitbouwen van de kogelkop van de trekhaak zit bij de kogelkop.
ATTENTIE De kogelkop van de trekhaak moet goed bevestigd zijn zodat wordt voorkomen dat deze rondvliegt in geval van een plotseling manoeuvre en verwondingen veroorzaakt aan de inzittenden. |
Let op
|
Rijden met een aanhangwagen
Afb. 244 De 13-polige steker draaien
Vóór elke rit
-
Neem de 13-polige steker vast aan het deel A en trek hem in de richting van de pijl afb. 244 eruit.
-
Verwijder de beschermende afdekking 5 afb. 232 naar boven.
Na elke rit
-
Neem de 13-polige steker vast aan het deel A en steek hem in tegengestelde richting van de pijl afb. 244 erin.
-
Plaats de beschermende afdekking 5 afb. 232 op de kogelkop.
Veiligheidsring
De veiligheidsring B afb. 244 dient om de bevestigingskabel van de aanhangwagen vast te haken.
Bij het vasthaken aan de veiligheidsring moet de bevestigingskabel buigen in alle standen van de aanhangwagen ten opzichte van het voertuig (scherpe bochten, achteruit rijden enz.).
Koplampen
De voorkant van de wagen kan omhoog komen wanneer de aanhangwagen is aangekoppeld en het licht kan de andere weggebruikers verblinden.
Pas de hoogte van de koplampen aan met de draairegelaar van het bereik van de lichtbundel1).
ATTENTIE
|
Let op
|
Alarmsysteem
Als de wagen vergrendeld is, wordt het alarm geactiveerd wanneer de elektrische verbinding met de aanhangwagen onderbroken wordt.
Schakel het alarmsysteem altijd uit voordat u een aanhangwagen aankoppelt of afkoppelt .
Voorwaarden om een aanhangwagen op te nemen in het alarmsysteem.
-
De wagen is in de productie uitgerust met een alarmsysteem en een trekhaak.
-
De aanhangwagen is via de steker van de aanhangwagen elektrisch verbonden met het trekkende voertuig.
-
Het elektrische systeem van het voertuig en de aanhangwagen is gebruiksklaar.
-
De wagen is met de contactsleutel vergrendeld en het alarmsysteem is geactiveerd.
VOORZICHTIG Om technische redenen zijn de aanhangwagens met led-achterlichten niet geïntegreerd in het alarmsysteem. |
Aanwijzingen voor het rijden
Bij het rijden met aanhangwagen moet u bijzonder voorzichtig zijn.
Gewichtsverdeling
Bij een lege wagen en een beladen aanhangwagen is de gewichtsverdeling heel ongunstig.
Als u toch een rit moet afleggen in deze voorwaarden, rijd dan heel langzaam.
Snelheid
Met toenemende snelheid vermindert de rijstabiliteit van de wagen met aanhangwagen.
Daarom bij slecht wegdek, slecht weer en/of veel wind onder de wettelijk voorgeschreven maximumsnelheid blijven. Deze aanbeveling geldt vooral in het geval van steile hellingen.
In elk geval de snelheid direct verlagen, zodra u ook maar de minste slingerbeweging van de aanhangwagen bemerkt. Probeer in geen geval de wagen met aanhangwagen weer "recht te krijgen" door te accelereren.
Op tijd remmen! Bij een aanhangwagen met oplooprem eerst zacht, daarna stevig remmen.
Zo voorkomt u remstoten door blokkerende wielen van de aanhangwagen. Op steile hellingen tijdig terugschakelen, opdat er op de motor geremd kan worden.
Oververhitting
Houd, wanneer u bij zeer hoge buitentemperaturen een langere helling moet oprijden in een lage versnelling en met een hoog motortoerental, de koelvloeistoftemperatuurmeter goed in de gaten .
Elektronische stabiliseringscontrole (ESC)*
De ESC* helpt een slippende of slingerende aanhangwagen te stabiliseren.
Trekhaak naderhand inbouwen*
Afb. 245 Bevestigingspunten voor de trekhaak.
Het naderhand inbouwen van een trekhaak moet volgens de voorschriften van de trekhaakfabrikant gebeuren.
De bevestigingspunten A voor de trekhaak zitten aan de onderkant van de wagen.
De afstand tussen het midden van de afneembare kogelkop en de grond mag nooit kleiner zijn dan de aangegeven maat, zelfs met volbeladen wagen, met inbegrip van de maximale kogeldruk.
Maten voor de bevestiging van de trekhaak:
B | 65 mm (minimum) | |
C | 350 mm tot 420 mm (volbeladen wagen) | |
D | 1040 mm | |
E | 317 mm | |
F | LEON / LEON SC | LEON ST |
319 mm | 596 mm |
Inbouwen van een trekhaak
-
Het rijden met trekhaak betekent een extra inspanning voor de wagen. Laat daarom door een Technische Dienst controleren of het koelsysteem moet worden aangepast, voordat u een trekhaak laat inbouwen.
-
Wettelijke bepalingen (bv. het inbouwen van een extra controlelampje) in uw land opvolgen.
-
Er moeten onderdelen van de wagen, zoals bijvoorbeeld de achterbumper, worden uiten ingebouwd. Bovendien moeten de bevestigingsbouten van de trekhaak met een momentsleutel worden aangetrokken en moet er een stopcontact op de elektrische installatie van de wagen worden aangesloten. Hiervoor zijn speciale vakkennis en gereedschappen nodig.
-
De gegevens in de afbeelding markeren de afmetingen en bevestigingspunten, die bij het naderhand inbouwen van een trekhaak in elk geval moeten worden aangehouden.
ATTENTIE Het naderhand inbouwen van een trekhaak bij een gespecialiseerde werkplaats laten uitvoeren.
|
VOORZICHTIG
|
Let op
|
Trekhaak voor aanhangwagen*
Inleiding De trekhaak voor aanhanger die in productie ingebouwd is of afkomstig is van de originele SEAT-onderdelen voldoet aan alle technische vereisten en nationale wettelijke voorschriften ...
Aanwijzingen
...
Zie ook:
Volvo V40. Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) - bediening
Niveau kiezen, Sport-modus
Het ESC-systeem is altijd geactiveerd – uitschakelen is niet mogelijk.
U kunt echter de Sport-modus kiezen voor een
actievere rijervaring.
In de Sport-modus regist ...
Volvo V40. Krik
Gebruik de krik om de auto op te heffen om bijvoorbeeld een wiel te
verwisselen.
Gebruik alleen de originele krik bij vervangen door het
reservewiel of bij wisselen tussen zomer- en winterbanden. ...