Seat Leon: Ruitenwisser voor en achter
Ruitenwisserhendel
VOORZICHTIG Als het contact wordt uitgeschakeld terwijl de ruitenwissers in werking zijn, maken deze de slag af en keren terug in de ruststand. Bij vorst, sneeuw en andere obstakels op de achterruit kunnen de ruitenwisser en ruitenwissermotor worden beschadigd.
|
Let op
|
Functies van de ruitenwisser
Reactie van de ruitenwissers op verschillende situaties | |
Als de wagen stilstaat | De geactiveerde stand gaat tijdelijk naar de voorgaande stand. |
Tijdens de werking van de wis/was-automaat | De airco schakelt 30 seconden in de recirculatiefunctie in om te voorkomen dat de ruitensproeiervloeistof in het interieur van de wagen te ruiken is. |
Bij interval-wissen | De intervallen werken volgens de snelheid. Hoe hoger de snelheid, des te korter het interval. |
Verwarmbare ruitensproeiers
De verwarming ontdooit alleen de bevroren sproeiers, niet het water in de slangen. De verwarmbare ruitensproeiers stellen hun verwarmingsvermogen automatisch bij het inschakelen van het contact in, afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Koplampwisser/-sproeiersysteem
Het koplampwisser/-sproeiersysteem dient om de koplampen schoon te maken.
Na het inschakelen van het contact, en wanneer de ruitensproeiers voor het eerst en iedere vijf keer worden ingeschakeld, worden ook de koplampen schoongemaakt. Daarom moet de ruitenwisserhendel naar het stuur worden toegetrokken wanneer het dimlicht of het grootlicht brandt. Het vuil dat zich mogelijk op de koplampen heeft vastgezet (zoals insectenresten) moet regelmatig worden schoongemaakt (bijv. bij het tanken).
Om de werking van het koplampsproeiersysteem in de winter te garanderen, moet de sneeuw worden verwijderd die zich in de sproeiers van de bumper kan hebben verzameld.
Mocht het nodig zijn, dan kan het ijs met een antivriesspray worden verwijderd.
Let op Bij een obstakel op de voorruit probeert de ruitenwisser dit obstakel weg te schuiven. Indien het obstakel de ruitenwisser blijft blokkeren, blijft de ruitenwisser stil staan. Verwijder het obstakel en zet de ruitenwisser weer aan. |
Regensensor*
Afb. 147 Ruitenwisserhendel: regensensor A afstellen.
Afb. 148 Gevoelig oppervlak van de regensensor.
De geactiveerde regensensor stuurt de ruitenwisserinterval afhankelijk van de regenval . De gevoeligheid van de regensensor kan handmatig worden ingesteld. Ruitenwissers handmatig bedienen .
Hendel in de gewenste stand drukken afb. 147:
0 Regensensor gedeactiveerd.
1 Regensensor actief; wis/was-automaat indien nodig.
A De gevoeligheid van de regensensor afstellen
- de knop naar rechts instellen: hogere gevoeligheid.
- de knop naar links instellen: lagere gevoeligheid.
Na het uitschakelen en opnieuw inschakelen van het contact, blijft de regensensor geactiveerd en werkt hij weer zodra de ruitenwissers in stand 1 staan en er harder dan 16 km/u (10 mph) wordt gereden.
Gewijzigd gedrag van de regensensor
Mogelijke oorzaken van storingen en verkeerde interpretaties in het gebied van het gevoelige oppervlak afb. 148 van de regensensor zijn o.a.:
- Beschadigde wisserbladen: een laagje water op de beschadigde wisserbladen kan de activeringstijd verlengen, de sproei-intervallen verminderen of snel en continu wissen veroorzaken.
- Insecten: door de aanwezigheid van insecten kunnen de ruitenwissers geactiveerd worden.
- Strooizout op straat: in de winter kan het zout dat op de straten wordt gestrooid een overdreven lang wissen met een vrijwel droge voorruit veroorzaken.
- Vuil: droog stof, was, glasbekleding (lotuseffect) of resten reinigingsmiddel (wasstraat) kunnen de effectiviteit van de regensensor verminderen of tot gevolg hebben dat deze later of langzamer reageert of niet werkt.
- Barstje in de voorruit: door de inslag van een steen wordt één wisbeweging met ingeschakelde regensensor teweeggebracht. Vervolgens detecteert de regensensor dat het gevoelige oppervlak verminderd is en stelt zichzelf af. Afhankelijk van de omvang van de inslag van de steen kan het gedrag van de sensor anders zijn.
ATTENTIE Het is mogelijk dat de regensensor de regen niet voldoende detecteert en de ruitenwissers niet inschakelt.
|
Let op
|
Zicht
Zonnekleppen Afb. 145 Zonneklep. Mogelijke standen van de zonnekleppen voor de bestuurder en voorpassagier: De zonneklep omlaag klappen naar de voorruit. De zonneklep kan uit de steun w ...
Achteruitkijkspiegel
Automatisch dimmende binnenspiegel Uw wagen is uitgerust met een handmatig dimbare of zelfdimmende* binnenspiegel. Handmatig dimbare binnenspiegel Nok aan de onderkant van de spiegel naar a ...
Zie ook:
Volvo V40. Banden - goedgekeurde bandenspanning
De goedgekeurde bandenspanningen voor de
verschillende motoralternatieven staan in de
tabel.
Zuinig rijden.
In sommige landen wordt de bandenspanning ook wel in bar aangegeven in
...
Mercedes-Benz C-Klasse. Zekeringenkast in motorruimte
WAARSCHUWING Als de ruitenwissers zich in beweging zetten als de
motorkap geopend is, kunt u bekneld raken in het
mechanisme. Er bestaat gevaar voor letsel!
Altijd de ruitenwi ...