Seat Leon: Start/stop-systeem*
Beschrijving en werking
Het start-stopsysteem kan u helpen brandstof te besparen en de CO2-emissie te beperken.
In de start/stop-stand wordt de motor automatisch afgezet zodra de wagen stil komt te staan of uitrolt, bijv. voor een verkeerslicht.
Het contact blijft ingeschakeld tijdens de periode van stilstand. Zodra verder gereden kan worden, wordt de motor weer automatisch gestart. In deze situatie blijft het licht van de knop START ENGINE STOP vast branden1).
Zodra het contact wordt ingeschakeld, wordt automatisch het start/stop-systeem geactiveerd.
In het Easy Connect-systeem kunt u nadere informatie raadplegen over het start/stopsysteem: door op de toets te drukken in het menu Status van de wagen.
Basisvoorwaarden voor start/stop-stand
- Het bestuurdersportier moet gesloten zijn.
- De bestuurder draagt de veiligheidsgordel.
- De motorkap is gesloten.
- De motor heeft een minimale bedrijfstemperatuur bereikt.
- De achteruitversnelling is niet ingeschakeld.
- De auto staat niet op een steile helling.
ATTENTIE
|
VOORZICHTIG Het start/stop-systeem moet altijd uitgeschakeld zijn als u met de wagen door water waadt . |
Motor afzetten/starten
Wagens met versnellingsbak
- Voordat u de wagen tot stilstand brengt of wanneer de wagen stilstaat, zet u de versnelling in de vrijstand en laat u het koppelingspedaal los. De motor gaat uit. Op het display in het instrumentenpaneel verschijnt het controlelampje . De motor kan uitschakelen voordat de wagen tot stilstand komt tijdens de vertragingsfase (bij 7 km/u).
- Zodra u het koppelingspedaal weer intrapt, start de motor weer. Het controlelampje gaat uit.
Wagens met automatische versnellingsbak
- Rem de wagen af totdat deze stilstaat en houd de voet op het rempedaal. De motor gaat uit. In het display verschijnt het controlelampje . De motor kan uitschakelen voordat de wagen tot stilstand komt tijdens de vertragingsfase (bij 7 km/u of 2 km/u afhankelijk van het type versnellingsbak van de wagen).
- Zodra u het rempedaal weer intrapt, start
de motor weer. Het controlelampje gaat uit.
Bij wagens met Auto Hold*-systeem zal de motor bij actief systeem niet starten alsu uw voet van het rempedaal haalt. De motor start wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt.
Aanvullende informatie over de automatische transmissie
De motor stopt als de keuzehendel in de standen P, D, N en S staat, alsmede in de handbediende stand. Als de keuzehendel in de stand P staat, blijft de motor ook uit als u uw voet van het rempedaal neemt. Om de motor opnieuw te starten, moet u het gaspedaal intrappen of naar een andere rijstand schakelen en de rem loslaten.
Als u de keuzehendel in de stand R zet tijdens stilstand, start de motor weer.
Wissel van D naar P om te voorkomen dat de motor per ongeluk start als u bij schakelen R passeert.
Bijkomende informatie over wagens met Adaptive Cruise Control (ACC)
In wagens met ACC start de motor in bepaalde omstandigheden opnieuw indien de radarsensor detecteert dat de voorligger weer begint te rijden.
Let op
|
Het volgende is van toepassing:
Het systeem kan de start/stop-stand om diverse redenen onderbreken.
De motor stopt niet
Na stilstand controleert het systeem of aan bepaalde voorwaarden is voldaan. De motor stopt niet in onder andere de volgende gevallen:
- De motor heeft de min. temperatuur voor de start/stop-stand nog niet bereikt.
- De interieurtemperatuur ingesteld in de klimaatregeling is nog niet bereikt.
- De interieurtemperatuur is erg hoog/laag.
- Ontwasemingstoets geactiveerd .
- De parkeerhulp* is ingeschakeld.
- De accu is erg leeg.
- Het stuurwiel is flink verdraaid of wordt momenteel gedraaid.
- Er bestaat gevaar voor condensvorming.
- Na het selecteren van de achteruit.
- Bij een zeer steile helling.
In het display van het instrumentenpaneel verschijnt dan ; bovendien wordt in het bestuurdersinformatiesysteem* weergegeven.
De motor start vanzelf
Tijdens stilstand kan de normale start/stopstand worden onderbroken in de volgende gevallen: De motor start zonder toedoen van de bestuurder.
- De interieurtemperatuur wijkt af van de waarde ingesteld in de klimaatregeling.
- Ontwasemingstoets geactiveerd .
- Het rempedaal is diverse keren achter elkaar ingetrapt.
- De accu is erg leeg.
- Hoog stroomverbruik.
Let op Als bij wagens met automatische transmissie de keuzehendel in de stand D, N of S wordt gezet nadat de achteruit is gekozen, moet eerst weer harder dan 10 km/u (6 mpu) met de auto zijn gereden voordat het systeem de motor weer stopt indien nodig. |
Handmatig in-/uitschakelen met het start-stopsysteem
Afb. 201 Middenconsole: knop van het Start- Stopsysteem.
Als u het systeem niet wilt gebruikt, kunt u dit handmatig uitschakelen.
– Om het start/stop-systeem handmatig uit of in te schakelen, drukt u op de toets .
Als het systeem is uitgeschakeld, blijft het toetssymbool geel branden.
Let op Het systeem schakelt automatisch weer in telkens nadat u de motor zelf heeft uitgeschakeld tijdens stilstand. De motor start automatisch. |
Aanwijzingen voor de bestuurder op het display van het instrumentenpaneel
Start/stop-systeem uitgeschakeld.
Motor handmatig starten
Deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt wanneer niet aan bepaalde voorwaarden is voldaan tijdens de stilstand en het start/stop-systeem de motor niet opnieuw kan starten. U moet de motor dan handmatig starten.
Start/stop-systeem: Storing! Functie niet beschikbaar
Er is een storing opgetreden in het start/stop-systeem. Rijd naar een gespecialiseerde werkplaats om de storing te laten repareren.
Auto Hold-functie*
Beschrijving en werking Afb. 202 Onder in de middenconsole: toets van de Auto Hold-functie. Het controlelampje in de toets afb. 202 blijft branden zolang de functie Auto Hold ingeschakeld ...
Zie ook:
Mercedes-Benz C-Klasse. Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Uit de luchtroosters kan zeer hete of zeer koude lucht
stromen. Daardoor kunnen in de directe omgeving van de luchtroosters
verbrandings- of bevriezingsverschijnselen worden opgelo ...
Mercedes-Benz C-Klasse. Voorgeschreven afstand instellen
De normafstand voor de DISTRONIC automatische afstandsregeling
kan worden ingesteld door de tijd tussen een en twee seconden te
variëren. Hiermee wordt de afstand ingesteld die de DISTRON ...