Seat Leon: Waarom veiligheidsgordels?
Aantal zitplaatsen
Uw wagen beschikt over vijf zitplaatsen, twee voorin en drie achterin. Iedere zitplaats is uitgerust met een automatische 3-puntsrolgordel.
Bij sommige uitvoeringen is uw wagen goedgekeurd voor maximaal vier inzittenden.
Twee zitplaatsen voorin en twee achterin.
ATTENTIE
|
Gordelwaarschuwingslampje*
Afb. 89 Instrumentenpaneel: geeft aan dat de plaats rechtsachter bezet is en de overeenkomstige veiligheidsgordel juist is omgedaan.
Door het gaan branden van het controlelampje wordt de bestuurder eraan herinnerd de veiligheidsgordel vast te gespen.
Voordat u gaat rijden:
- Steeds de veiligheidsgordel juist omgespen.
- Uw bijrijders er ook op wijzen de veiligheidsgordel juist om te gespen voordat u gaat rijden.
- Kinderen vervoeren in een geschikt kinderzitje dat in overeenstemming is met de grootte en de leeftijd van het kind.
Het controlelampje van het instrumentenpaneel gaat branden bij het inschakelen van het contact (naargelang de versie van het model) indien de bestuurder of bijrijder de veiligheidsgordel niet heeft vastgegespt.
Als men begint te rijden met een snelheid boven 25 km/u (15 mph) zonder de veiligheidsgordels vast te gespen of indien men de gordels losmaakt tijdens het rijden, klinkt gedurende enkele seconden een akoestisch signaal. Daarnaast gaat ook het waarschuwingslampje knipperen.
Het controlelampje gaat uit als de bestuurder en de bijrijder hun gordel bij ingeschakeld contact vastgespen.
Indicatie gordels omgegespt voor de zitplaatsen achterin*
Bij het inschakelen van het contact, informeert de gordelstatusindicator afb. 89 de bestuurder op het instrumentenpaneel of de inzittenden op de zitplaatsen achterin de overeenstemmende veiligheidsgordel hebben omgegespt. Het symbool geeft aan dat de inzittende van die plaats "zijn" veiligheidsgordel draagt.
Indien op de zitplaatsen achterin een veiligheidsgordel wordt omgegespt of losgemaakt, dan wordt de gordelstatus aangeduid gedurende ca. 30 seconden. De indicatie kan worden verborgen door te drukken op de toets 0.0/SET op het instrumentenpaneel.
Indien tijdens het rijden achterin een veiligheidsgordel wordt losgemaakt, knippert het overeenstemmende symbool maximaal 30 seconden. Indien gereden wordt met een snelheid hoger dan 25 km/u (15 mpu) dan klinkt bovendien een akoestisch signaal.
Veiligheidsgordels bieden bescherming
Afb. 90 Bestuurders die de veiligheidsgordel correct dragen zullen niet weggeslingerd worden bij plotseling remmen.
Veiligheidsgordels die goed zijn vastgegespt, houden de inzittenden van de wagen in de juiste zitpositie. De veiligheidsgordels helpen ook ongecontroleerde bewegingen te voorkomen die zwaar lichamelijk letsel kunnen toebrengen en ze verminderen het gevaar uit de wagen te worden geslingerd bij een ongeval.
Inzittenden van de wagen met goed vastgegespte veiligheidsgordels profiteren in hoge mate van het feit dat de kinetische energie optimaal via de gordels wordt geabsorbeerd.
Ook garanderen de structuur van de voorzijde en andere passieve veiligheidskenmerken van uw wagen, zoals bijv. het airbagsysteem, een absorptie van de vrijgekomen kinetische energie. De kinetische energie die vrijkomt wordt op deze wijze verminderd en het risico op lichamelijk letsel wordt tegelijkertijd beperkt.
Daarom moet u altijd de gordel omgespen voordat u gaat rijden, ook al is het maar voor een korte rit.
Let er eveneens op dat ook de andere inzittenden goed zijn vastgegespt. Ongevallenstatistieken hebben uitgewezen dat het juist omgespen van de veiligheidsgordels het risico op lichamelijk letsel aanzienlijk verkleint en de kans een zwaar ongeval te overleven vergroot. Juist vastgegespte veiligheidsgordels verhogen bovendien de optimale beschermende werking van airbags die in geval van een aanrijding worden geactiveerd. Om deze reden is in de meeste landen het dragen van de veiligheidsgordels wettelijk verplicht.
Hoewel uw wagen met airbags is uitgerust, moeten de veiligheidsgordels juist worden vastgegespt. De voorairbags bijvoorbeeld worden alleen bij bepaalde frontale aanrijdingen geactiveerd. De voorairbags worden niet geactiveerd bij lichte frontale aanrijdingen, lichte aanrijdingen van opzij, aanrijdingen van achteren, over de kop slaan en bij aanrijdingen waarbij de vooraf afgestelde airbag-activeringswaarde in het regelapparaat niet werd overschreden.
Draag daarom altijd de veiligheidsgordel en let erop dat de inzittenden van de wagen de veiligheidsgordel vóór het wegrijden juist hebben omgegespt!
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik van de veiligheidsgordels
- De veiligheidsgordel altijd dragen zoals in dit hoofdstuk is beschreven.
- Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels altijd kunnen worden omgegespt en niet zijn beschadigd.
ATTENTIE
|
Frontale botsingen en natuurkundige wetten
Afb. 91 De niet-vastgegespte bestuurder vliegt naar voren.
Afb. 92 De niet-vastgegespte passagier op een zitplaats achterin vliegt naar voren op de vastgegespte bestuurder.
Het natuurkundige principe van een frontale botsing is gemakkelijk te verklaren: zodra de wagen in beweging is gekomen, ontstaat zowel bij de wagen als bij de inzittenden van de wagen bewegingsenergie, de zogenaamde "kinetische energie".
De kracht van de "kinetische energie" is sterk afhankelijk van de snelheid van de wagen, het gewicht van de wagen en van de inzittenden.
Hoe hoger, hoe meer energie "geabsorbeerd" moet worden bij een ongeval.
De snelheid van de wagen is echter de belangrijkste factor. Als bijv. de snelheid wordt verdubbeld van 25 km/u (15 mph) naar 50 km/u (30 mph), wordt de overeenstemmende kinetische energie verviervoudigd!
Omdat de inzittenden van de wagen in ons voorbeeld geen veiligheidsgordels dragen, wordt bij een botsing de totale bewegingsenergie van de inzittenden van de wagen alleen door de botsing afgebouwd.
Zelfs als u niet sneller rijdt dan 30 km/u (19 mph) en 50 km/u (30 mph), komen er bij een botsing krachten vrij op het lichaam die al snel een ton (1.000 kg) kunnen overschrijden.
De op uw lichaam werkende krachten worden bij hogere snelheden zelfs nog sterker.
Inzittenden van de wagen die hun veiligheidsgordels niet hebben omgegespt, zijn dus niet met de wagen "verbonden". Bij een frontale botsing zullen deze personen dus met dezelfde snelheid verder bewegen als waarmee de wagen zich voor de botsing heeft bewogen! Dit voorbeeld geldt niet alleen voor frontale botsingen, maar ook bij alle andere soorten botsingen en aanrijdingen.
Al bij lage botssnelheden komen op het lichaam krachten vrij die niet meer met de handen kunnen worden afgeweerd. Bij een frontale botsing worden niet-vastgegespte inzittenden naar voren geslingerd en stoten zij ongecontroleerd tegen delen in het interieur, zoals b.v. het stuurwiel, het dashboard en de voorruit afb. 91.
Ook voor inzittenden op de zitplaatsen achterin is het belangrijk de gordel juist om te gespen omdat zij bij een aanrijding ongecontroleerd door de wagen worden geslingerd.
Een niet-vastgegespte passagier op een zitplaats achterin brengt niet alleen zichzelf, maar ook de bestuurder en/of voorpassagier die voorin zitten in gevaar afb. 92.
Hoe worden veiligheidsgordels goed vastgegespt?
Veiligheidsgordel vast- en losgespen Afb. 93 De slotgesp van de veiligheidsgordel aanbrengen en verwijderen. Afb. 94 Verloop van de gordelband bij zwangere vrouwen. Veiligheidsgordels o ...
Zie ook:
Mercedes-Benz C-Klasse. Variabele limiter uitschakelen
De variabele limiter kan niet worden uitgeschakeld door te
remmen.
De variabele limiter kan op meerdere manieren worden
uitgeschakeld:
- De TEMPOMAT-hendel ...
Skoda Octavia. Display in instrumentenpaneel
Afb. 37 Displaytypes: MAXI DOT / segmentdisplay
Afhankelijk van de wagenuitrusting toont het informatiesysteem via het
display in het instrumentenpaneel de volgende informatie afb. 37.
Tij ...