Skoda Octavia: Werking
Afb. 239 Displayweergave
Wagens met schakelbak
De motor wordt automatisch afgezet, zodra de wagen tot stilstand komt, de versnellingshendel in de neutrale stand wordt gezet en het koppelingspedaal wordt losgelaten.
De motor wordt automatisch gestart, zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
Wagens met automatische versnellingsbak
De motor wordt automatisch afgezet, zodra de wagen tot stilstand komt en het rempedaal wordt ingetrapt.
De motor wordt automatisch gestart, zodra het rempedaal wordt losgelaten.
Voorwaarden voor de systeemfunctie
Voor een correcte systeemfunctie dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan.
- Het bestuurdersportier is gesloten.
- De bestuurder heeft de veiligheidsgordel omgegespt.
- De snelheid was na de laatste keer stoppen hoger dan 4 km/h.
Systeemtoestand
De systeemtoestand wordt bij het stoppen op het display weergegeven afb. 239.
De motor wordt automatisch afgezet, bij het wegrijden wordt automatisch
opnieuw gestart.
De motor is niet automatisch afgezet.
Bij het stoppen wordt bv. in de volgende gevallen de motor niet afgezet.
- De motortemperatuur voor het goed werken van het systeem is nog niet bereikt.
- De ladingstoestand van de accu is te laag.
- Het stroomverbruik is te hoog.
- Hoog airconditioning- resp. verwarmingsvermogen (hoog aanjagertoerental, groot verschil tussen de gewenste en werkelijke interieurtemperatuur).
Als bij automatisch afgezette motor het systeem herkent dat het draaien van de motor noodzakelijk is (bv. na het herhaaldelijk intrappen van het rempedaal), dan wordt de motor automatisch weer gestart.
Meer informatie over de actuele systeemtoestand kan op het infotainmentbeeldscherm in het menu → Wagenstatus worden weergegeven.
Als er een systeemstoring aanwezig is, verschijnt op het display in het instrumentenpaneel een betreffende storingmelding. De hulp van een specialist inroepen.
Let op
- Als bij automatisch afgezette motor gedurende langer dan 30 seconden de bestuurdersgordel is losgemaakt of het bestuurdersportier wordt geopend, moet de motor handmatig worden gestart.
- Indien een wagen met automatische versnellingsbak met een lage snelheid rijdt (bv. in de file) en na licht intrappen van het rempedaal blijft staan, vindt er geen automatische motoruitschakeling plaats. Door krachtiger intrappen van het rempedaal wordt de motor automatisch uitgeschakeld.
- Bij wagens met automatisch versnellingsbak wordt de motor niet automatisch afgezet als het systeem een manoeuvre als gevolg van een grote stuurwielverdraaiing herkent.
Inleiding voor het onderwerp
Het start-stopsysteem (hierna systeem) reduceert de CO2-uitstoot en schadelijke emissies en spaart brandstof. Als het systeem herkent, dat bij het stoppen en tijdens stilstand (bv. bij een verkee ...
Systeem handmatig deactiveren/activeren
Afb. 240 Toets voor het start-stopsysteem Om te deactiveren/activeren de knop indrukken afb. 240. Als het systeem is gedeactiveerd, brandt in de toets het symbool . Wordt het systeem ...
Zie ook:
Mazda 6. Bediening van de handgeschakelde
versnellingsbak
Schakelpatroon van de
handgeschakelde
versnellingsbak
Het schakelpatroon van de versnellingsbak
is conventioneel, zoals h aangegeven.
Druk het koppelingspedaal tijdens het
overschakelen ...
Mazda 6. Onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem
Gasgeneratoren en airbags van bestuurder/voorpassagier
Impactsensoren en diagnosemodule (SAS eenheid)
Voorspanners van veiligheidsgordels
Voorste airbagsensors
Zij-impactsensors
Waar ...