Bandenspanning Banden controleren
|
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem heeft een
aanzienlijk drukverlies herkend.
Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.
Mogelijke oorzaak:
- U heeft de banden en velgen
gewisseld of nieuwe banden
en velgen gemonteerd.
- De bandenspanning van één of
meerdere banden is gedaald.
WAARSCHUWING Banden met een te lage bandenspanning leveren de
volgende gevaren op:
- Ze kunnen klappen, in het
bijzonder bij toenemende
belading en snelheid.
- Ze kunnen overmatig en/of
ongelijkmatig slijten,
hetgeen de grip sterk
nadelig beïnvloedt.
- De rij-eigenschappen en het
stuur- en remgedrag kunnen
sterk nadelig worden
beïnvloed.
Er bestaat gevaar voor ongevallen!
- Zonder heftige stuur- en
remmanoeuvres stoppen. Daarbij op de
verkeerssituatie letten.
- De auto tegen wegrollen beveiligen
.
- De banden controleren en, indien
noodzakelijk, de instructies bij
bandenpech opvolgen
.
- De bandenspanning controleren en,
indien noodzakelijk, de
bandenspanning corrigeren.
- Daarna bij correct ingestelde
bandenspanning het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
opnieuw activeren
.
|
Bandenspanningsbewaking na band.sp.controle opnieuw starten
|
Er is een displaymelding voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem weergegeven en het
systeem is sindsdien niet opnieuw gestart.
- De correcte bandenspanning van alle
banden instellen.
- Het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
opnieuw starten
.
|
Bandenspanningsbewaking functioneert niet
|
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem is defect.
- Naar een gekwalificeerde werkplaats
gaan.
|
Bandenspanning corrig.
|
Ten minste één band heeft een te lage bandenspanning, of
de bandenspanningen van de afzonderlijke banden wijken
te sterk van elkaar af.
- Bij de volgende gelegenheid de
bandenspanning controleren
.
- Indien nodig de bandenspanning
corrigeren.
- De bandenspanningscontrole opnieuw
starten
.
|
Banden
controleren |
Van één of meerdere banden is de bandenspanning sterk
gedaald. Op het multifunctioneel display wordt de
wielpositie weergegeven.
Bovendien klinkt een waarschuwingssignaal.
WAARSCHUWING Banden met een te lage bandenspanning leveren de
volgende gevaren op:
- Ze kunnen klappen, in het
bijzonder bij toenemende
belading en snelheid.
- Ze kunnen overmatig en/of
ongelijkmatig slijten,
hetgeen de grip sterk
nadelig beïnvloedt.
- De rij-eigenschappen en het
stuur- en remgedrag kunnen
sterk nadelig worden
beïnvloed.
Er bestaat gevaar voor ongevallen!
- Zonder heftige stuur- en
remmanoeuvres stoppen. Daarbij op de
verkeerssituatie letten.
- De auto tegen wegrollen beveiligen
.
- De banden controleren en, indien
noodzakelijk, de instructies bij
bandenpech opvolgen
.
- De bandenspanning controleren
.
- Indien nodig de bandenspanning
corrigeren.
|
Let op:
band defect |
Van één of meerdere banden daalt de bandenspanning
plotseling. Op het multifunctioneel display wordt de
wielpositie weergegeven.
WAARSCHUWING Rijden met een drukloze band levert de volgende gevaren
op:
- Een drukloze band beïnvloedt
het stuur- en het
remvermogen van de auto
nadelig.
- U kunt de controle over de
auto verliezen.
- Verder rijden met een
drukloze band leidt tot het
overmatig opwarmen van de
band en mogelijk tot brand.
Er bestaat gevaar voor ongevallen!
- Zonder heftige stuur- en
remmanoeuvres stoppen. Daarbij op de
verkeerssituatie letten.
- De auto tegen wegrollen beveiligen
.
- De banden controleren en, indien
noodzakelijk, de instructies bij
bandenpech opvolgen
.
|
Bandenspanningscontrole nu niet beschikbaar
|
Een sterke radiobron stoort, daardoor worden de signalen
van de bandenspanningsensoren niet ontvangen. De
bandenspanningscontrole vertoont tijdelijk een storing.
- Verder rijden.
Zodra de oorzaak is verholpen, start de
bandenspanningscontrole vanzelf weer.
|
Wielsens.
niet beschikb. |
Van een of meerdere banden ontbreekt het signaal van de
bandenspanningsensor. Op het multifunctioneel display
wordt bij de betreffende banden geen
bandenspanningswaarde weergegeven.
- De defecte bandenspanningsensor
laten vervangen bij een
gekwalificeerde werkplaats.
|
Bandensp.contr. functioneert niet Geen wielsensoren
|
De gemonteerde wielen hebben geen geschikte
bandenspanningsensoren. De bandenspanningscontrole is
uitgeschakeld.
- Wielen met geschikte
bandenspanningsensoren monteren.
De bandenspanningscontrole wordt na enkele
minuten rijden ingeschakeld.
|
Bandensp.contr. functioneert niet
|
De bandenspanningscontrole is defect.
- Naar een gekwalificeerde werkplaats
gaan.
|
Banden
oververhit |
De bandentemperatuurbewaking is niet in alle auto's
beschikbaar.
Ten minste een band is oververhit. De betroffen banden
worden rood afgebeeld. Bij een temperatuur dicht bij de
grenswaarde worden de banden geel afgebeeld.
- Langzamer rijden.
|
Banden
oververhit Snelheid verlagen |
De bandentemperatuurbewaking is niet in alle auto's
beschikbaar.
Ten minste een band is oververhit.
WAARSCHUWING Oververhitte banden kunnen uit elkaar spatten, in het
bijzonder bij hoge snelheid.
- De snelheid verlagen, opdat de
banden afkoelen.
|