Seat Leon: Achteruitrijsysteem "Rear View Camera"*
Gerelateerde video
Afb. 229 Veiligheid
Veiligheidsaanwijzingen en gebruiksinstructies
ATTENTIE
|
Let op
|
Gebruiksaanwijzing
Afb. 230 In de achterbumper: inbouwplaats van achteruitkijkcamera.
Een in de achterbumper ingebouwde kamera helpt de bestuurder bij het achteruit parkeren of manoevreren afb. 230. Het beeld van de camera wordt weergegeven samen met enkele door het systeem geprojecteerde oriëntatielijnen op het display van het Easy Connectsysteem.
In het onderste gedeelte van het scherm is een deel van de bumper te zien die overeenkomt met het gebied van het kenteken als referentie voor de gebruiker.
Achteruitrijhulp instellen
De achteruitrijhulp biedt de gebruiker de mogelijkheid om helderheid, contrast en kleur van het beeld in te stellen.
Om die instellingen uit te voeren:
- Breng de wagen op een veilige plaats tot stilstand.
- Schakel de parkeerrem in.
- Contact inschakelen.
- Schakel zo nodig het Easy Connect-systeem in.
- Schakel de achteruitversnelling in of zet de keuzehendel in stand R.
- Druk op de functietoets aan de rechterkant van het beeld.
- Voer de gewenste instellingen in het menu uit door te drukken op de functietoetsen –/+, of door de overeenkomstige schuifknop te bewegen.
Vereiste omstandigheden om te parkeren en te manoeuvreren met de achteruitrijhulp
Gebruik het systeem in de volgende gevallen niet:
- Als geen betrouwbaar beeld te zien is of als het vervormd is, bijvoorbeeld in het geval van slechte zichtbaarheid of als de lens vuil is.
- Als het gebied achter de wagen niet helder zichtbaar is of slechts onvolledig te zien is.
- Als achter in de wagen te veel lading ligt.
- Als de stand of de inbouwhoek van de camera is veranderd, bijvoorbeeld na een aanrijding van achteren. Laat het systeem door een gespecialiseerde werkplaats controleren.
Vertrouwd raken met het systeem
Om vertrouwd te raken met het systeem, de oriëntatielijnen en hun functie en hoe te parkeren en te manoeuvreren met de achteruitrijhulp raadt SEAT aan te oefenen op een plek met weinig verkeer of een parkeerplaats als de weersomstandigheden en zichtbaarheid gunstig zijn.
Cameralens schoonmaken
Houd de cameralens schoon en vrij van sneeuw en ijs:
- De lens met universeel glasreinigingsmiddel op alcoholbasis bevochtigen en de lens met een droge doek schoonmaken.
- Sneeuw met een handveger verwijderen.
- Verwijder ijs bij voorkeur met een ontdooispray.
VOORZICHTIG
|
Parkeren en manoeuvreren met de achteruitrijhulp
Afb. 231 Weergave op het display van het Easy Connect-systeem: oriëntatielijnen.
Systeem in- en uitschakelen
- De achteruitrijhulp wordt ingeschakeld als het contact aan is of de motor draait en wanneer de achteruitrijversnelling wordt gekozen (handgeschakelde versnellingsbak) of wanneer de keuzehendel voor de versnelling in de stand R wordt gezet (automatische versnellingsbak).
- Het systeem wordt uitgeschakeld 8 seconden
na het ontkoppelen van de achteruitversnelling
(handgeschakelde versnellingsbak)
of als de keuzehendel voor de versnelling uit
de stand R wordt gezet (automatische versnellingsbak).
Het systeem wordt ook onmiddellijk uitgeschakeld bij het uitzetten van het contact.
- Wanneer sneller dan 15 km/u (9 mph) achteruit wordt gereden, stopt de camera met uitzenden.
In combinatie met het systeem van parkeerhulp Plus wordt het beeld van de camera onmiddellijk stopgezet wanneer uit de achteruitversnelling wordt geschakeld of de keuzehendel in stand R wordt gezet; er wordt dan optische informatie weergegeven die wordt geleverd door het systeem van parkeerhulp.
Ook in combinatie met dit systeem bestaat de mogelijkheid om het beeld van de achteruitrijhulp te verbergen:
- Door op het display te drukken op een van de toetsen van het infotainmentsysteem.
- OF: door te drukken op de miniatuurweergave van de wagen aan de linkerzijde van het display (het volledige scherm van het optische systeem van de parkeerhulp plus wordt dan getoond).
Om terug te keren naar het beeld van de achteruitrijhulp:
- Schakel de achteruitrijversnelling uit of verander de stand van de keuzehendel, en schakel dan opnieuw de achteruitversnelling of zet de keuzehendel in stand R.
- OF: druk op de functietoets RVC1)
Betekenis van de oriëntatielijnen
- Zijlijnen: verlenging van de wagen (ongeveer de breedte van de wagen inclusief de buitenspiegels) op het oppervlak van het wegdek.
- Einde van de zijlijnen: het in het groen aangeduide gebied eindigt ongeveer 2 m achter de wagen op het wegdek.
- Middelste lijn: duidt een afstand van ongeveer 1 m achter de wagen aan op het wegdek.
- Rode horizontale lijn: duidt een veilige afstand aan van ca. 40 cm tot het achterste deel van de wagen op het oppervlak van het wegdek.
Parkeermanoeuvre
- Plaats de wagen voor een parkeerplek en schakel de achteruitversnelling in (handgeschakelde versnellingsbak) of zet de keuzehendel voor de versnelling in de stand R (automatische versnellingsbak).
- Rij langzaam achteruit en draai het stuurwiel zodanig dat de oriëntatielijnen opzij naar de open parkeerplek leiden.
- Oriënteer de wagen zodanig in de open parkeerplek dat de oriëntatielijnen opzij evenwijdig lopen met de wagen.
Parkeerhulp
Gerelateerde video Afb. 224 Veiligheid Algemeen Afhankelijk van de wagenuitrusting, helpen verschillende assistentiesystemen bij het inparkeren en manoeuvreren. Het parkeerhulpsysteem achter ...
Zie ook:
Skoda Octavia. Spraakbediening in-/uitschakelen
Afb. 172 Spraakbediening: Hoofdmenu
Inschakelen
De toets op het multifunctiestuurwiel indrukken of het
sensorveld op het infotainment aantippen (geldt niet voor het
infotainment Colu ...
Mercedes-Benz C-Klasse. Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING Na het activeren van een airbag zijn onderdelen van de
airbag heet. Gevaar voor letsel!
Onderdelen van de airbag niet aanraken. Een geactiveerde
airbag direct ...