Seat Leon: Airconditioning
Hoe werkt Climatronic* ?
Afb. 57 In de middenconsole: bedieningselementen van de Climatronic.
De betreffende toets indrukken om een concrete functie in te schakelen. Om de functie uit te schakelen, nogmaals op de toets drukken.
De led in elk bedieningselement gaat branden om aan te geven dat de betreffende functie van een bedieningselement ingeschakeld is.
1 Temperatuur | De linker- en rechterzijde kunnen afzonderlijk worden geregeld: draai aan de regelknop om de temperatuur in te stellen |
2 Ventilator | Het vermogen van de ventilator wordt automatisch geregeld. Door aan de regelaar te draaien, wordt de ventilator ook handmatig ingesteld. |
3 Luchtverdeling | De luchtstroom wordt automatisch ingesteld op een comfortabele
waarde. Deze kan ook handmatig worden ingeschakeld met de toetsen 3 .
: De lucht wordt via de roosters in het dashboard naar het bovenlichaam geleid. : Luchtverdeling naar de voetenruimte. : Luchtverdeling naar boven. |
4 | Weergave van de gekozen temperatuur voor de linker- en rechterzijde van de wagen, |
Ontwasemingsfunctie | De aangezogen buitenlucht wordt naar de voorruit geleid en de circulatiefunctie wordt automatisch uitgeschakeld. Om de voorruit sneller te ontwasemen, wordt vocht onttrokken uit de lucht bij temperaturen boven ca. +3°C (+38°F) en draait de ventilator op optimaal vermogen. |
Achterruitverwarming: werkt enkel wanneer de motor draait en wordt pas na maximaal 10 minuten automatisch uitgeschakeld. | |
Luchtrecirculatie | |
Toets voor de stoelverwarming | |
De knop indrukken om het koelsysteem aan of uit te zetten. | |
De knop indrukken voor een max. koelwerking. De luchtrecirculatie en airco worden automatisch ingeschakeld en de luchtverdeling wordt automatisch in stand gezet. | |
Wanneer het controlelampje van de toets gaat branden, worden de instellingen voor de bestuurderszijde ook toegepast voor de bijrijderszijde: druk op de toets of regelknop voor de temperatuur van de bijrijderszijde | |
Automatische regeling van temperatuur, ventilatie en luchtverdeling. Toets indrukken: het lampje van de toets gaat branden. | |
Druk op de configuratietoets : in het scherm voor het Easy Connect-systeem wordt het bedieningsmenu van de klimaatregeling getoond. | |
Uitschakelen | Draai de regelaar van de aanjager naar de stand of druk op de toets . |
Hoe werkt de handbediende airconditioning* ?
Afb. 58 In de middenconsole: knoppen voor de handbediende airconditioning.
De betreffende toets indrukken om een concrete functie in te schakelen. Om de functie uit te schakelen, nogmaals op de toets drukken.
De led in elk bedieningselement gaat branden om aan te geven dat de betreffende functie van een bedieningselement ingeschakeld is.
1 Temperatuur | Draai aan de regelknop om de temperatuur in te stellen.
: maximaal koelvermogen. De luchtrecirculatie en airco worden automatisch ingeschakeld en de luchtverdeling wordt automatisch in stand q gezet. |
2 Ventilator | Niveau 0: uitgeschakelde aanjager en airconditioning (handmatig) Niveau 6: maximum ventilatorsnelheid. |
3 Luchtverdeling | : Ontwasemingsfunctie. De luchtstroom wordt naar de voorruit
geleid. De luchtcirculatiefunctie wordt automatisch uitgeschakeld of
niet gestart. Verhoog
het vermogen van de ventilator om de voorruit zo snel mogelijk te
ontwasemen. Het aircosysteem wordt automatisch ingeschakeld om de lucht
te
drogen.
: De lucht wordt via de roosters in het dashboard naar het bovenlichaam geleid. : Luchtverdeling naar het bovenlichaam en de voetenruimte. : Luchtverdeling naar de voetenruimte. : Luchtverdeling naar de voorruit en de voetenruimte. |
De knop indrukken om het koelsysteem aan of uit te zetten. | |
Achterruitverwarming: werkt alleen wanneer de motor draait en wordt maximaal na 10 minuten automatisch uitgeschakeld. | |
Luchtrecirculatie | |
Toets voor de stoelverwarming |
Hoe werkt de verwarming en frisse lucht?
Afb. 59 In de middenconsole: bedieningselementen voor verwarming en ventilatie.
De betreffende toets indrukken om een concrete functie in te schakelen. Om de functie uit te schakelen, nogmaals op de toets drukken.
De led in elk bedieningselement gaat branden om aan te geven dat de betreffende functie van een bedieningselement ingeschakeld is.
1 Temperatuur | Draai aan de regelknop om de temperatuur in te stellen. De gewenste temperatuur mag niet lager zijn dan voor buiten, omdat dit systeem de lucht niet kan koelen of ontvochtigen. |
2 Ventilator | Niveau 0: aanjager en verwarmingssysteem en ventilatie uitgeschakeld Niveau 6: maximum ventilatorsnelheid |
3 Luchtverdeling | : Ontwasemingsfunctie. De luchtstroom wordt naar de voorruit
geleid.
: De lucht wordt via de roosters in het dashboard naar het bovenlichaam geleid. : Luchtverdeling naar het bovenlichaam en de voetenruimte. : Luchtverdeling naar de voetenruimte. : Luchtverdeling naar de voorruit en de voetenruimte. |
Achterruitverwarming: werkt alleen wanneer de motor draait en wordt maximaal na 10 minuten automatisch uitgeschakeld | |
Luchtcirculatie |
Versnellingshendel
Schakelbak Afb. 54 Schema van een handmatige versnelling met 5 of 6 standen. In de versnellingshendel zijn de standen van de versnellingen aangeduid afb. 54. Houd het koppelingspedaal hele ...
Peil controleren
Vulcapaciteiten Tankinhoud Benzine- en dieselmotoren 50 l, waarvan ca. 7 l reserve Wagens met 4-wielaandrijving: 55 l, waarvan ca. 8,5 l reserve Aardgasmotora) ca. 15 k ...
Zie ook:
Volvo V40. Trekhaak
Een trekhaak maakt het mogelijk om bijvoorbeeld een aanhanger achter de
auto te hangen.
Als de auto is uitgerust met een afneembare trekhaak, moet
u de montagevoorschriften voor het bevestigen va ...
Mercedes-Benz C-Klasse. Geschiktheid van zitplaatsen voor bevestiging van een
ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem
Wanneer een babyschaal van groep 0 of 0+ of een naar
achteren gericht kinderzitjesbevestigingssysteem van
groep I op een zitplaats achterin wordt gebruikt,
moet de best ...