Seat Leon: Filehulpsysteem - Systemen ter ondersteuning van de bestuurder - Bedienen - Seat Leon - InstructieboekjeSeat Leon: Filehulpsysteem

Gerelateerde video

Filehulpsysteem

Afb. 219 Veiligheid

Beschrijving en werking

Het filehulpsysteem helpt de bestuurder om de wagen binnen zijn rijstrook te houden en met de stroom voertuigen mee te rijden bij opstoppingen of traag verkeer.

Het filehulpsysteem is een bijkomende functie van de rijstrookassistent (Lane Assist)  en combineert de functies daarvan met die van de automatische afstandsregeling (ACC) . Lees daarom aandachtig deze twee hoofdstukken en houd rekening met de beperkingen van de systemen en aanwijzingen erover.

Werking van het filehulpsysteem

Het filehulpsysteem kan bij een snelheid van minder dan 60 km/u (40 mph) een eerder door de bestuurder ingestelde (tijdelijke) afstand behouden ten opzichte van de voorligger en helpt tevens om binnen de rijstrook te blijven  .

Daarvoor controleert het systeem automatisch het gaspedaal, de rem en stuurinrichting, vertraagt de wagen zo nodig tot volledige stilstand voor een stoppend voertuig en begint automatisch weer te rijden zodra het vooropliggende voertuig opnieuw verder rijdt.

Het filehulpsysteem werd uitsluitend ontworpen voor gebruik op snelwegen en brede straten. Gebruik het dus niet in stedelijk verkeer.

Technische vereisten om het filehulpsysteem te gebruiken

Het filehulpsysteem is niet actief (het controlelampje van de rijstrookassistent (Lane Assist) gaat geel branden)

Situaties waarin het filehulpsysteem moet worden uitgeschakeld

Wegens de beperkingen van het systeem moet het filehulpsysteem steeds worden uitgeschakeld in de volgende situaties:

ATTENTIE

De intelligente technologie in het filehulpsysteem kan de limieten opgelegd door de natuurkundige wetten niet overwinnen en werkt enkel binnen de eigen grenzen van het systeem.

Indien het filehulpsysteem nalatig of onbedoeld wordt gebruikt, kunnen er zich ongevallen en ernstige letsels voordoen. Ondanks het systeem moet de bestuurder te allen tijde opmerkzaam blijven.

  •  De snelheid en de veiligheidsafstand altijd aanpassen aan de voorligger afhankelijk van het zicht, het weer, het wegdek en het verkeer.
  •  Gebruik het filehulpsysteem niet bij verplaatsingen in de stad.
  •  Gebruik het filehulpsysteem niet bij slecht zicht, op steile hellingen of op gladde wegen zoals bijvoorbeeld bij sneeuw, ijs, regen of losse steentjes, noch op overstroomde wegen.
  •  Gebruik het filehulpsysteem niet in het terrein of op een onverhard wegdek. Het filehulpsysteem is enkel bestemd voor gebruik op verharde wegen.
  •  Het filehulpsysteem reageert niet bij personen of dieren, noch bij kruisende wagens of bij een tegemoetkomende wagen op dezelfde rijstrook.
  •  Indien het filehulpsysteem de snelheid niet voldoende vermindert, rem dan de wagen onmiddellijk met het rempedaal.
  • Indien de wagen zich blijft verplaatsen na de oproep tot ingreep door de bestuurder, rem dan de wagen met het rempedaal.
  •  Indien op het display van het instrumentenpaneel een oproep tot ingreep van de bestuurder weergegeven wordt, neem dan onmiddellijk weer de controle over de wagen over.
  •  Houd de handen steeds op het stuur en wees klaar om op elk moment zelf te kunnen sturen. De verantwoordelijkheid voor het juist aanhouden van de rijstrook ligt altijd bij de bestuurder.
  •  Wees altijd klaar om zelf te kunnen sturen (accelereren of remmen).

 

Let op

  • Als het filehulpsysteem niet werkt zoals beschreven in dit hoofdstuk, gebruik het dan niet en ga naar een gespecialiseerde werkplaats.
  • Als het systeem een storing vertoont, laat het dan nakijken in een gespecialiseerde werkplaats.

Rijstrookassistent (Lane Assist)*

Inleiding Afb. 216 Op de voorruit: gezichtsveld van de rijstrookassistent. Met behulp van de camera in de voorruit registreert de rijstrookassistent de grenslijnen van een rijstrook. Als d ...

Noodhulpsysteem (Emergency Assist)

Beschrijving en werking Het noodhulpsysteem (Emergency Assist) stelt vast of de bestuurder niet actief is en kan de wagen automatisch binnen zijn rijstrook houden of zo nodig volledig tot stils ...

Zie ook:

Mazda 6. Gebruikersinstellingen
De volgende gebruikersinstellingen kunnen ingesteld of gewijzigd worden door de klant of een officiële Mazda reparateur. Raadpleeg een officiële Mazda reparateur voor details. Sommig ...

Mazda 6. Dakconsole
Dit consolevak is geschikt voor het opbergen van een bril of overige accessoires. Dit openen door indrukken en loslaten. Opbergzakje Voor gebruik het deksel openen. Handschoenenkast V ...

Modellen: