Seat Leon: Rijstrookassistent (Lane Assist)*
Inleiding
Afb. 216 Op de voorruit: gezichtsveld van de rijstrookassistent.
Met behulp van de camera in de voorruit registreert de rijstrookassistent de grenslijnen van een rijstrook. Als de auto onwillekeurig een waargenomen grenslijn nadert, meldt het systeem dit aan de bestuurder via een corrigerende beweging van het stuur. Zo wordt niet enkel de bestuurder gewaarschuwd, maar de wagen ook binnen de rijstrook gehouden. Deze beweging kan op ieder moment overgereguleerd worden.
Als de richtingaanwijzers zijn geactiveerd, wordt geen waarschuwing gegeven, omdat de rijstrookassistent in dat geval weet dat u van rijstrook wilt wisselen.
Indicaties op het display en via de controlelampjes
Afb. 217 Op het display van het instrumentenpaneel: indicatie op het display van de rijstrookassistent (voorbeeld 1).
Afb. 218 Op het display van het instrumentenpaneel: indicatie op het display van de rijstrookassistent (voorbeeld 2).
Statusweergave op het display
- Het systeem is geactiveerd, maar niet beschikbaar doordat de minimale snelheid nog niet is bereikt of het systeem de strepen op de weg niet herkent afb. 217 A.
- Het systeem is geactiveerd en beschikbaar, en heeft de twee lijnen op de weg herkend. Op dit moment wordt het traject niet gecorrigeerd afb. 217 B.
- Het systeem werkt, de gemarkeerde lijn A geeft aan dat het risico bestaat dat de streep van de rijstrook wordt overschreden en de stuurinrichting wordt dan ook gecorrigeerd om binnen het traject te blijven afb. 218 C.
- De twee gemarkeerde lijnen A lichten op zodra beide lijnen zijn herkend en de automatische rijstrookgeleiding is geactiveerd om de wagen in het midden van de rijstrook te houden afb. 218 D.
Controlelampjes
Gaat geel branden: rijstrookassistent geactiveerd maar niet beschikbaar.
Het systeem kan de rijstrook niet duidelijk registreren.
Raadpleeg, rijstrookassistent niet beschikbaar (het controlelampje brandt geel).
Gaat groen branden
Rijstrookassistent geactiveerd en beschikbaar.
ATTENTIE Veiligheidsaanwijzingen in Waarschuwings- en controlelampjes op in acht nemen. |
Werkwijze
Stuurvibraties
In de volgende situaties worden mogelijk stuurvibraties gegeven en moet de bestuurder actief ingrijpen:
- Wanneer de vereiste waarde voor hulp bij het draaien om de wagen binnen de rijstrook te houden de maximumwaarde voor werking van het systeem overschrijdt.
- Indien het systeem de lijnen van de rijstrook niet langer weergeeft terwijl een ingreep in de stuurinrichting bezig is.
Rijstrookassistent in- en uitschakelen
Met het Easy Connect-systeem
- Druk op de Easy Connect-toets
- Druk op de functietoets SETUP
- Druk op de functietoets Bestuurdershulp om het menu te openen.
Of: met de toets Rijassistenten op de knipperlichthendel* .
Lane Assist met automatische rijstrookgeleiding
De functie van automatische rijstrookgeleiding probeert het traject van de wagen langs het midden van de rijstrook te geleiden.
Indien de bestuurder de neiging heeft om iets af te wijken van het midden van de rijstrook, past de geleiding zich aan zijn voorkeuren aan.
De functie Automatische rijstrookgeleiding wordt geactiveerd/gedeactiveerd in het Easy Connect-systeem via de toets en de functietoets SETUP .
Automatische deactivering: de rijstrookassistent kan ook zelf uitschakelen zodra een storing in het systeem optreedt. Het controlelampje gaat uit.
Hands-Off functie
- Bij afwezigheid van activiteit aan het stuur waarschuwt het systeem de bestuurder met geluidssignalen en een tekstmelding in het instrumentenpaneel die hem vraagt om het sturen actief te hervatten.
- Indien de bestuurder niet reageert hierop, waarschuwt het systeem ook met een kleine remschok en wordt vervolgens Emergency Assist ingeschakeld , indien deze functie beschikbaar is.
- In auto's zonder Emergency Assist wordt de functie van het midden van de rijstrook houden uitgeschakeld na de overeenkomstige waarschuwingen aan de bestuurder.
De rijstrookassistent is geactiveerd, maar niet beschikbaar (het controlelampje brandt geel)
- Als de rijsnelheid niet hoger is dan ca. 65 km/u (38 mph).
- Als de rijstrookassistent de grenslijnen van de rijstrook niet registreert, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden, sneeuw, vuil, vocht of tegenlicht.
- Als de straal van een bocht te klein is.
- Als er geen markeringen op de weg staan.
- Als de afstand tot de volgende markering op de weg te groot is.
- Als het systeem geen duidelijke beweging en actie in de stuurinrichting detecteert gedurende langere tijd.
- Tijdelijk bij zeer dynamisch rijden.
- Als een richtingaanwijzer is geactiveerd.
- Met de elektronische stabiliseringscontrole ESC in de stand Sport of uitgeschakeld.
Uitschakelen van de rijstrookassistent in de volgende situaties
In de volgende situaties moet u de rijstrookassistent uitschakelen met het oog op de technische grenzen van het systeem:
- Als de bestuurder goed moet opletten.
- Bij een sportieve rijstijl.
- Onder slechte klimatologische omstandigheden.
- Op wegen met slecht wegdek.
- Bij plekken waar wegwerkzaamheden zijn.
ATTENTIE De intelligente techniek in de rijstrookassistent (Lane Assist) kan de natuurkundig en door het systeem zelf bepaalde grenzen niet overwinnen. Het onachtzame of ongecontroleerde gebruik van de rijstrookassistent kan ernstig letsel en ongevallen veroorzaken. Ondanks het systeem moet de bestuurder te allen tijde opmerkzaam blijven.
|
VOORZICHTIG Om de werking van het systeem niet te beïnvloeden, moet u het volgende in acht nemen:
|
Let op
|
Adaptive Cruise Control ACC (automatische afstandsregeling)*
Gerelateerde video Afb. 207 Veiligheid Inleiding tot thema Afb. 208 Detectiegebied. De automatische afstandsregeling (ACC) is een uitbreiding van het snelheidsregelsysteem van de wagen ...
Filehulpsysteem
Gerelateerde video Afb. 219 Veiligheid Beschrijving en werking Het filehulpsysteem helpt de bestuurder om de wagen binnen zijn rijstrook te houden en met de stroom voertuigen mee te rijden bi ...
Zie ook:
Hyundai Ioniq Electric. Starten van de auto
Neem, terwijl u de Smart Key bij u draagt, plaats in de
bestuurdersstoel.
Doe voor het starten van de auto de veiligheidsgordel om.
Activeer de parkeerrem.
Schakel alle elektrische systeme ...
Mazda 6. Opbergvakken
WAARSCHUWINGHoud tijdens het rijden de
opbergvakken gesloten:
Rijden met geopende opbergvakken
is gevaarlijk. Ter vermindering van
de kans op letsel tijdens ongevallen of
een plotselinge ...