Seat Leon: Statusweergave op het display
Motorkap, achterklep en portieren geopend
Afb. 46 A: motorkap geopend; B: achterklep geopend: C: linkervoorportier geopend; D: rechtervoorportier geopend (alleen bij wagens met 5 portieren).
Als het contact wordt ingeschakeld resp. tijdens het rijden worden in het display in het instrumentenpaneel de portieren, de motorkap en de achterklep weergegeven als deze open zijn; in dat geval wordt tevens een akoestisch signaal gegeven. Afhankelijk van de uitvoering van het instrumentenpaneel, kan de voorstelling variëren.
Afbeelding | Legenda van |
A | Niet verder rijden! De motorkap staat open of is niet goed gesloten . |
B | Niet verder rijden! De achterklep staat open of is niet goed gesloten . |
C,D | Niet verder rijden! Een portier van de wagen staat open of is niet goed gesloten . |
Waarschuwings- en informatieberichten
Bij het inschakelen van het contact of tijdens het rijden worden enkele functies en wagencomponenten gecontroleerd op hun toestand.
De storingen in de werking worden weergegeven op het display door middel van rode en gele symbolen, alsook door berichten op het display van het instrumentenpaneel ( )) en, in bepaalde gevallen, door middel van akoestische signalen.
Afhankelijk van de uitvoering van het instrumentenpaneel, kan de voorstelling variëren.
Waarschuwing met prioriteit 1 (rode symbolen)
Symbool knippert of brandt; deels in combinatie met geluidssignalen.
Zet de wagen stil! Gevaar in Waarschuwingsen controlelampjes op ! De functie met de storing controleren en de storing verhelpen.
Roep indien nodig de hulp in van gespecialiseerd personeel.
Waarschuwing met prioriteit 2 (gele symbolen)
Symbool knippert of brandt; deels in combinatie met geluidssignalen.
De storing in een functie of het te lage vloeistofpeil kan schade aan de wagen veroorzaken en die kan uiteindelijk defect raken! in Waarschuwings- en controlelampjes op.
Controleer de functie met storing zo snel mogelijk. Roep indien nodig de hulp in van gespecialiseerd personeel.
Informatietekst
Informatie met betrekking tot de verschillende processen van de wagen.
Indicatie van de versnellingen
Afb. 47 Instrumentenpaneel: indicatie van de versnellingen (schakelbak).
Als de gekozen versnelling voor een zuinige rijstijl niet optimaal is, wordt er advies over de te kiezen versnelling gegeven. Wordt er geen schakeladvies gegeven, dan rijdt u al in de geschikte versnelling.
Wagens met versnellingsbak
De symbolen op het scherm afb. 47 betekenen:
- Opschakelen: de weergave verschijnt rechts van de ingeschakelde versnelling zodra een hogere versnelling wordt aanbevolen.
- Terugschakelen: de weergave verschijnt links van de ingeschakelde versnelling zodra een lagere versnelling wordt aanbevolen. Bij de aanbeveling is het mogelijk dat een versnelling wordt overgeslagen (2e 4e).
Wagens met automatische versnellingsbak*
Deze indicatie is uitsluitend zichtbaar in tiptronic- stand .
De symbolen op het display betekenen:
- Opschakelen
- Terugschakelen
VOORZICHTIG De indicatie van de versnellingen helpt u bij het besparen van brandstof, maar is niet geschikt om in alle rijsituaties de juiste versnelling aan te bevelen. Voor rijsituaties zoals bijvoorbeeld inhalen, bij bergritten of bij het rijden met aanhangwagen kan alleen de bestuurder de juiste versnelling kiezen. |
Let op De indicatie verdwijnt van het instrumentenpaneel zolang het koppelingspedaal is ingetrapt. |
Indicator buitentemperatuur
Wanneer de buitentemperatuur lager is dan +4°C (+39°F), wordt naast deze temperatuur het symbool "ijskristal" weergegeven (waarschuwing risico op ijzel). Aanvankelijk knippert dit symbool en dan blijft het continu branden tot de buitentemperatuur hoger is +6°C (+43°F) in Elementen op het beeldscherm op.
Wanneer de wagen stilstaat of bij het rijden met zeer lage snelheid, is het mogelijk dat de aangegeven temperatuur iets hoger is dan de werkelijke buitentemperatuur, vanwege de warmte die de motor afgeeft.
Het meetbereik van de temperatuur gaat van -40°C tot +50°C (-40°F tot +122°F).
Motorolietemperatuurmeter
In wagens zonder multifunctiestuurwiel
- Druk op de tuimelschakelaar afb. 43 2 totdat het hoofdmenu verschijnt. Ga naar Ritgegevens. Gebruik de toets 2 om naar de motorolietemperatuurindicatie te stappen.
In wagens met multifunctiestuurwiel
- Ga naar het submenu Ritgegevens en draai aan het kartelwieltje tot de indicatie van de olietemperatuur verschijnt.
De motor heeft onder normale rijomstandigheden de bedrijftemperatuur bereikt als de motorolietemperatuur tussen 80°C en 120°C ligt. Bij een hoge motorbelasting of een hoge omgevingstemperatuur kan de motorolietemperatuur toenemen. Dit heeft verder geen consequenties zolang geen melding verschijnt op het display via de controlelampjes Tab. op of Tab.
Extra verbruikers
- Bediening met de ruitenwisserhendel*: druk op de tuimelschakelaar afb. 43 2 totdat het hoofdmenu verschijnt. Ga naar het gedeelte Ritgegevens. Gebruik de tuimelschakelaar om naar de weergave Comfortverbruikers te gaan.
- Bediening via het multifunctiestuurwiel*: ga met de toetsen of naar Ritgegevens en bevestig met OK. Draai aan het rechter kartelwieltje totdat de weergave Comfortverbruikers verschijnt.
Het actuele verbruik van alle extra verbruikers samen wordt bovendien grafisch weergegeven.
Besparingstips
In omstandigheden waarin het brandstofverbruik toeneemt, worden besparingstips gegeven.
Volg ze op om uw verbruik te beperken.
Deze indicaties verschijnen automatisch en worden uitsluitend weergegeven in het efficiencyprogramma.
Na een tijdje verdwijnen de tips automatisch.
Als u een besparingstip wilt verbergen zodra deze verschijnt, drukt u op een willekeurige toets op de ruitenwisserhendel* / het multifunctiestuurwiel*.
Let op
|
Snelheidswaarschuwingssysteem
Het snelheidswaarschuwingssysteem geeft een waarschuwing als de bestuurder de opgeslagen maximumsnelheid overschrijdt met ongeveer 3 km/u (2 mpu). Er klinkt een akoestisch waarschuwingssignaal en op het display in het instrumentenpaneel verschijnen gelijktijdig het controlelampje en de aanwijzing voor de bestuurder ingestelde snelheid bereikt! Het controlelampje gaat weer uit zodra de snelheid wordt verlaagd tot onder de opgeslagen limietsnelheid.
De programmering van de snelheidswaarschuwing wordt aanbevolen indien men een bepaalde maximumsnelheid wenst aan te houden, zoals bij het rijden in een land met verschillende snelheidslimieten of bij een maximumsnelheid voor de winterbanden.
Waarschuwingslimiet instellen
De waarschuwingslimiet kan worden geprogrammeerd, gewijzigd en gewist via de radio of het Easy Connect*-systeem.
- Wagens met radio: druk op de knop SETUP > bedieningsknop Assistentie voor de bestuurder > Snelheidswaarschuwing.
- Wagens met Easy Connect: druk op de toets en de functietoets SETUP > Hulpsysteem > ACC > Afstand.
De limiet voor snelheidswaarschuwing kan worden ingesteld van 30 tot 240 km/u (20 tot 149 mpu). De instelling vindt plaats in stappen van telkens 10 km/u (5 mpu).
Let op
|
Onderhoudsintervallen
Afb. 48 Instrumentenpaneel
De service-intervalindicatie wordt weergegeven in het instrumentenpaneel afb. 48 1 .
Bij SEAT wordt een onderscheid gemaakt tussen servicebeurten met motorolieverversing (bijv. Kleine Onderhoud service) en servicebeurten zonder motorolieverversing (bijv. inspectiebeurt).
In wagens met Service volgens de tijd of de kilometerstand zijn de service-intervallen al vooraf ingesteld.
In wagens met LongLife Service worden de intervallen afzonderlijk bepaald. Dankzij de technische vooruitgang is het onderhoudswerk aanzienlijk verminderd. Met de technologie die SEAT toepast hoeft met deze service enkel de olie ververst te worden wanneer de wagen dat nodig heeft. Om deze verversing te berekenen (max. 2 jaar), wordt rekening gehouden met de gebruiksomstandigheden van de wagen en de persoonlijke rijstijl. De aankondiging van de service verschijnt voor het eerst 20 dagen voor de berekende datum voor de overeenkomstige service. De nog resterende kilometers worden steeds op 100 km afgerond en de tijd op volledige dagen. Het actuele servicebericht kan niet geraadpleegd worden tot 500 km na de laatste service. Tot dan verschijnen enkel streepjes op de indicator.
Herinnering aan een onderhoudsbeurt
Wanneer het bijna tijd is voor een service, verschijnt bij het inschakelen van het contact een Serviceherinnering.
Voertuigen zonder tekstberichten: op het display van het instrumentenpaneel wordt een steeksleutel getoond en een indicatie in km.
Het aangegeven aantal km is de maximale afstand die nog kan worden afgelegd tot de volgende service. Na enkele seconden verandert de weergavefunctie. Er verschijnt een kloksymbool en het aantal dagen tot de komende servicebeurt.
Voertuigen met tekstberichten: op het display van het instrumentenpaneel wordt Service in --- km of --- dagen weergegeven.
Datum van de onderhoudsbeurt
Wanneer de datum van de service bereikt wordt, weerklinkt een akoestisch signaal bij het inschakelen van het contact en knippert de steeksleutel op het display gedurende enkele seconden.
Voertuigen met tekstberichten: op het display van het instrumentenpaneel wordt Service nu weergegeven.
Een servicemededeling raadplegen
Wanneer het contact is ingeschakeld, de motor niet draait en de wagen stilstaat, kan de actuele servicemededeling geraadpleegd worden:
Houd de toets 0.0/SET langer dan 5 seconden ingedrukt om de servicemededeling afb. 48 2 weer te geven.
Na het overschrijden van de servicedatum, wordt een minteken weergegeven voor de indicatie van de kilometers of dagen.
Voertuigen met tekstberichten: op het display wordt het volgende getoond: Service sinds --- km of --- dagen.
Terugzetten van de service-intervalindicatie
Als de service niet uitgevoerd is in de werkplaats van een officiële SEAT dealer, kan de indicatie op de volgende wijze gereset worden:
- Zet het contact uit en houd de toets 0.0/SET afb. 48 2 ingedrukt.
- Contact opnieuw inschakelen.
- Laat de toets 0.0/SET los en vervolgens weer 20 seconden ingedrukt.
Let op
|
Bestuurdersinformatiesysteem
Inleiding Bij ingeschakeld contact is het mogelijk de verschillende functies van het display te raadplegen door te navigeren door de menu's. Bij wagens met multifunctiestuurwiel kan de multifu ...
Cruisecontrol
Bediening van het snelheidsregelsysteem (SRS)* Afb. 49 Links van de stuurkolom: bedieningsschakelaar en -elementen van de GRA. Afb. 50 Links van de stuurkolom: derde hendel voor bediening ...
Zie ook:
Mercedes-Benz C-Klasse. Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
U kunt de controle over het voertuig verliezen als u
tijdens het rijden:
de chauffeursstoel, hoofdsteun, stuurkolom of
spiegels instelt
de veiligheid ...
Hyundai Ioniq Electric. Wijzigen LKAS-functie
De bestuurder kan overschakelen van het LKAS naar het Lane Departure
Warning-systeem (LDWS) of in de LKAS-modus wisselen tussen Standard LKA en
Actief LKA op het LCD-display. Ga naar 'Gebr.
Inste ...