Skoda Octavia: Koppeling en verbinding
Inleiding
Om een telefoon met het infotainment te kunnen verbinden, moeten de beide apparaten met elkaar via Bluetooth® worden gekoppeld.
Afhankelijk van het infotainmenttype kunnen maximaal 20 externe apparaten worden gekoppeld. Na het bereiken van het maximale aantal wordt door de koppeling van het volgende externe apparaat het langst niet-gebruikte apparaat vervangen.
De verbinding met een reeds gekoppelde telefoon wordt na het inschakelen van het contact automatisch tot stand gebracht. Ook kan de telefoon worden opgezocht in de lijst met gekoppelde apparaten.
Het bereik van de verbinding tussen de telefoon en het infotainment is beperkt tot het interieur van de wagen.
Compatibiliteit en update
Door het inlezen van de QR-code afb. 158 op of na het invoeren van het volgende adres in de webbrowser, kan informatie over de compatibiliteit van de telefoons en beschikbare updates voor het Bluetooth® van het infotainment worden weergegeven.
Voorwaarden voor de koppeling
- Het contact is ingeschakeld.
- De Bluetooth®-functie van het infotainment en van de telefoon is ingeschakeld.
- De zichtbaarheid van het infotainment en de telefoon is ingeschakeld.
- De telefoon bevindt zich binnen het bereik van het Bluetooth®-signaal van het infotainment.
- De telefoon is compatibel met het infotainment.
- Met het infotainment is geen extern apparaat via Apple CarPlay verbonden.
Koppelings- en verbindingsprocedure
Telefoon met het infotainment koppelen
- Beschikbare externe Bluetooth®-apparaten in de telefoon opzoeken.
- De naam van het infotainment kiezen.
De naam van het infotainment kan in het hoofdmenu Telefoon door aantippen van de functietoets → Bluetooth in het menupunt Naam: worden vastgesteld.
- De pincode bevestigen (evt. ingeven en bevestigen).
De telefoon wordt met het infotainment verbonden of alleen hieraan gekoppeld, en wel afhankelijk van het aantal reeds verbonden externe apparaten en van het gebruik van de in de externe module gestoken simkaart (geldt voor het infotainment Columbus).
infotainment met de telefoon koppelen
- Indien geen telefoon met het infotainment is verbonden, de toets/het sensorveld en vervolgens de functietoets Telefoon zoeken aantippen resp. het sensorveld en vervolgens de functietoets → Telefoon zoeken aantippen.
- Indien een telefoon met het infotainment is verbonden, dan in het hoofdmenu Telefoon de functietoets → Telefoon zoeken aantippen.
- Als in de externe module van het infotainment Columbus een simkaart met geactiveerde telefoondiensten is gestoken, dan in het hoofdmenu Telefoon de functietoets → Telefoon zoeken aantippen.
- In de lijst met gevonden externe Bluetooth®-apparaten de gewenste telefoon kiezen.
- De pincode bevestigen (evt. ingeven en bevestigen).
ATTENTIE De koppeling en verbinding van een telefoon met het infotainment niet tijdens het rijden uitvoeren - gevaar voor ongevallen! |
Telefoon via het rSAP-profiel verbinden
Geldt voor het infotainment Columbus met in de externe module aangebrachte simkaart.
Een via het Bluetooth®-profiel rSAP verbonden telefoon (telecommunicatie van de simgegevens) kan voor Telefoon- en datadiensten worden gebruikt.
Telefoon met het infotainment verbinden
- Het contact en het infotainment inschakelen
- In het hoofdmenu Telefoon de functie → Telefooninterface "Business" inschakelen.
- In de telefoon Bluetooth® en de zichtbaarheid inschakelen en de verbinding via het Bluetooth®-profiel rSAP toestaan.
- De telefoon opzoeken en met het infotainment verbinden, infotainment met de telefoon koppelen.
Als het Bluetooth®-profiel rSAP door de te verbinden telefoon wordt ondersteund, dan probeert het infotainment bij voorkeur via dit profiel verbinding met de telefoon te maken.
Functiebeperking
In de volgende gevallen is geen verbinding van de telefoon met het infotainment via het Bluetooth®-profiel rSAP mogelijk
- In de externe module is de simkaart aangebracht.
- Met het infotainment is een extern apparaat via Apple CarPlay of Android Auto verbonden.
Let op
Voor de ontvangst van het
mobiele-telefoniesignaal van de verbonden telefoon worden wagenantennes
gebruikt.
Mogelijke verbindingstypes
Afhankelijk van het aantal verbonden Bluetooth®-apparaten, het verbindingstype en het gebruik van de simkaart in de externe module zijn de volgende functies beschikbaar.
Geldt voor het infotainment Columbus
Verbindings-variant | Eerste apparaat (basistelefoon) | Tweede apparaat (extra telefoon) | Derde apparaat | Vierde apparaat | ||
Telefoon | Simkaart (in de externe module) | Telefoon | Simkaart (in de externe module) | |||
1 | rSAP binnenkomende/ uitgaande oproepen, sms, telefooncontacten, dataverbinding, Bluetooth®-speler a) | - | HFP (binnenkomende oproepen), Bluetooth®-speler a) | - | Bluetooth®-speler a) | - |
2 | HFP (binnenkomende/ uitgaande oproepen), sms, telefooncontacten, Bluetooth®-speler a) | - | HFP (binnenkomende oproepen), Bluetooth®-speler a) | dataverbinding | Bluetooth®-speler a) | - |
3 | HFP (binnenkomende/ uitgaande oproepen), sms, telefooncontacten, Bluetooth®-speler a) | - | - | binnenkomende oproepen berichten, dataverbinding | Bluetooth®-speler a) | - |
4 | - | binnenkomende/ uitgaande oproepen, sms, telefooncontacten b), dataverbinding | HFP (binnenkomende oproepen), berichten, Bluetooth®-speler a) | - | telefoon-contacten b), Bluetooth®-speler a) | Bluetooth®-speler a) |
a) Bij elke verbindingsvariant kan telkens slechts één extern apparaat als
Bluetooth®-speler met het infotainment worden verbonden.
b) Als
telefooncontacten vanuit het derde apparaat naar het infotainment worden
geïmporteerd, dan is het niet mogelijk om de telefooncontacten uit de simkaart
die in de externe module is gestoken te gebruiken.
Geldt voor het infotainment Amundsen, Bolero
Eerste apparaat (basistelefoon) | Tweede apparaat (extra telefoon) |
HFP (binnenkomende/uitgaande oproepen), sms, telefooncontacten, Bluetooth®-speler a) | HFP (binnenkomende oproepen), Bluetooth®-speler a) |
a) Er kan slechts één extern apparaat als Bluetooth®-speler met het infotainment worden verbonden.
Geldt voor het infotainment Swing
Eerste apparaat (basistelefoon) | Tweede apparaat (extra telefoon) |
HFP (binnenkomende/uitgaande oproepen), telefooncontacten, Bluetooth®-speler a) | Bluetooth®-speler a) |
a) Er kan slechts één extern apparaat als Bluetooth®-speler met het infotainment worden verbonden.
Beheer gekoppelde externe apparaten
In het hoofdmenu Telefoon de functietoets → Bluetooth → Gekoppelde appar.
aantippen.
In de lijst met gekoppelde externe apparaten kunnen bij de afzonderlijke externe apparaten de volgende symbolen verschijnen.
Geldt voor het infotainment Columbus, Amundsen, Bolero
Symbool | Symboolkleur | Functie |
Grijs | Extern apparaat kan als telefoon worden verbonden | |
groen | Extern apparaat is als telefoon verbonden | |
Grijs | Extern apparaat kan als Bluetooth®-speler worden verbonden | |
wit | Extern apparaat is als Bluetooth®-speler verbonden |
Geldt voor het infotainment Columbus met de in de externe module aangebrachte simkaart
Symbool | Symboolkleur | Functie |
Grijs | Extern apparaat kan alleen voor het gebruik van de telefooncontacten en de functie tekstberichten van dit externe apparaat worden verbonden | |
blauw | Extern apparaat is verbonden en het gebruik van de telefooncontacten en de functie tekstberichten van dit externe apparaat is mogelijk | |
wit | Extern apparaat kan als telefoon worden verbonden | |
groen | Extern apparaat is als telefoon verbonden | |
wit | Extern apparaat kan als Bluetooth®-speler worden verbonden | |
groen | Extern apparaat is als Bluetooth®-speler verbon |
Verbinding opbouwen
- Het gewenste externe apparaat in de lijst met gekoppelde externe apparaten kiezen.
- Het gewenste profiel uit de lijst met beschikbare Bluetooth®-profielen kiezen.
Indien reeds externe Bluetooth®-apparaten met het infotainment zijn verbonden, worden door het infotainment tijdens de verbindingsprocedure meldingen en opties voor het mogelijke verbindingstype (bv. vervanging van het verbonden externe Bluetooth®-apparaat) weergegeven.
Verbinding verbreken
- Het gewenste externe apparaat in de lijst met gekoppelde externe apparaten kiezen.
- Het gewenste profiel uit de lijst met beschikbare Bluetooth®-profielen kiezen.
Wissen van het gekoppelde externe apparaat
- Om te wissen een van de volgende functietoetsen aantippen.
Alle wissen resp. Alle gebieden- Wissen van alle externe apparaten
- Wissen van het gewenste externe
apparaat
- Het wissen door het aantippen van de functietoets Wissen bevestigen
Hoofdmenu
Geldt voor het infotainment Swing. Afb. 189 Telefoon: Hoofdmenu Het hoofdmenu Telefoon wordt weergegeven als een telefoon met het infotainment is verbonden. Voor de weergave de toets indru ...
Gebruik van de simkaart in de externe module
Geldt voor het infotainment Columbus met in de externe module aangebrachte simkaart Afb. 190 Simkaart in de externe module steken Er moet een simkaart van het formaat "mini" (standaardformaat ...
Zie ook:
Skoda Octavia. Routewijziging op de kaart
Geldt voor het infotainment Columbus.
Afb. 230 Routewijziging op de kaart / omleidingspunt
Een route die geen tussenstops bevat, kan tijdens de routegeleiding worden
gewijzigd door het invoeg ...
Hyundai Ioniq Electric. Tripcomputer
De tripcomputer voorziet de bestuurder via een display van informatie
over de rit.
Informatie Bepaalde
rij-informatie die door de tripcomputer is opgeslagen (bijvoorbeeld de
gemiddelde rijsnelh ...